Na een aantal seizoenen in een vijf sterren hotel te hebben gewerkt is het verfrissend om in de Blue Lounge gewoon ongedwongen, maar vriendelijke, service te kunnen leveren zonder dat een mogelijk bezoek van een LQA-tester als het zwaard van Damocles boven je hoofd bungelt. Want waar het hotel (door middel van een aantal van te voren vastgestelde criteria) een kwalitatief hoge service probeert te bewerkstelligen, had ik vooral het idee een constant toneelstuk op te moeten voeren. En daar het falen tijdens de grand finale (het bezoek van de LQA-tester) geen optie was, repeteerden mijn collega’s en ik iedere dag braaf de speciaal voor ons geschreven eenakter getiteld ‘het ontbijt’.
Terwijl de serveersters braaf naast de kleine koeling wachten tot dat de vroege vogels langzaam binnen beginnen te druppelen, staat de gastvrouw al bij de ingang klaar om de eerste gast naar zijn naam te vragen. Nadat zij de gast de keuze uit twee tafels heeft gegeven, gaat ze hem voor naar de door hem zorgvuldig gekozen zetel, schuift de stoel een stukje van de tafel af en laat hem rustig plaatsnemen terwijl zij het naamkaartje en het ontbijtmenu op tafel plaatst. Terwijl ze de gast vertelt dat één van haar collega’s spoedig bij hem zal komen om zijn bestelling op te nemen, galoppeert een van de serveersters – voorzien van een klein dienblad met een botervlootje en een sapje – al naar de tafel.
Verschrikt werpt ze een blik op het naamkaartje van de gast. Ze schraapt haar keel en begint: “Goedemorgen meneer (nu mompelend) Wolfeschlegelsteinhausenbergerdorff. Ik heb hier voor u de sap van de dag (rode bieten-wortel) en de boter. Kan ik u alvast koffie of thee brengen, terwijl u de rest van het menu bekijkt?” De gast antwoord bevestigend en de serveerster snelt naar de koffiekeuken om de betreffende bestelling op te halen. In haar hoofd streept ze het lijstje verplichte punten af. Ze zal de gast nog minimaal één keer bij zijn naam moeten noemen. Hoe sneller, hoe beter. Dus serveert ze de koffie met een glimlach en roept (zonder haar ogen van het naamkaartje af te halen): “Alstublieft, uw cappuccino meneer Wolfeschlegelsteinhausenbergerdorff.” Jaloers werpt ze een blik op de tafel ernaast (die net buiten haar station valt) en waar meneer en mevrouw Smith zojuist plaats hebben genomen.
Terwijl ze zichzelf tot de orde roept en haar aandacht weer op haar eigen gast richt, vraagt ze hem beleefd: “Wilt u misschien iets van ons ontbijtmenu bestellen? Een ei of een portie pannekoekjes?” Opnieuw knikt de gast bevestigd. Hij vervolgt: “Ik wil graag een omelet.” De serveerster houdt haar hart vast. Wat volgt is een overmijdelijke lange enquête met allerlei irritante (maar verplichte) vragen. Ze vuurt de ene na de andere vraag af, en negeert daarbij de groeiende irritatie van de gast. “Hoeveel eieren had u graag gewild? Wilt u een omelet van eigeel en eiwit of alleen eiwit? Wilt u nog iets aan uw omelet toevoegen? Wij hebben kaas, ham, spek, champignons, ui, tomaten en bieslook. Eet u bij dit zorgvuldig samengestelde ei graag ketchup, mayonaise, zout, peper, tabasco, worcestersaus of liever helemaal niets?” Voordat de blik van de gast haar kan doden, snelt de serveerster alweer weg. Het is beter als ze hem wat tijd geeft om af te koelen. Een seconde of dertig lijkt haar meer dan voldoende, want het zou kunnen dat hij zijn cappuccino net heeft leeggedronken. Terwijl ze zo onopvallend mogelijk langs zijn tafel schuifelt, buigt ze zich voorover om een blik in het kopje te werpen. Leeg. Aangezien ze slechts twee minuten de tijd heeft om de gast een nieuwe versnapering aan de bieden en niet zeker weet hoe lang het kopje al leeg was, reageert ze razendsnel. “Zal ik u een nieuwe cappuccino brengen?”
Terwijl ze opnieuw wegsnelt om de cappuccino te halen, bedenkt ze zich net op tijd dat de gast alleen aan tafel zit. Hoewel haar performance absoluut Oscar-waardig (en dus al entertainend genoeg op zichzelf) is, ziet ze zich (volgens de LQA-standaards) toch gedwongen om de beste man nog een krant aan te bieden. Gewapend met de cappuccino, de uit twee eieren bestaande ham-kaas omelet en het zout, begeeft ze zich opnieuw aan zijn tafel. En omdat ze ziet dat de ontbijtzaal zich langzaam lijkt te vullen en ze vreest dat ze er later geen tijd meer voor heeft, besluit ze tegelijkertijd de verplichte smalltalk te integreren. “Alstublieft, uw cappuccino en uw omelet meneer. Kan ik u nog een krant brengen?” “Nee?” Er valt even een ongemakkelijke pauze. We zien de raders in haar hoofd overuren maken. “U hebt gelijk, u hebt immers al een prachtig uitzicht op de Matterhorn. Over de Matterhorn gesproken… is dit de eerste keer dat u in Zermatt bent?”
Opgelucht haalt ze adem. Ze heeft alle criteria op het lijstje afgevinkt. Op de achtergrond hoort ze de gast iets mompelen over dat het inderdaad de eerste keer is dat hij in Zermatt is. En wellicht ook gelijk de laatste, denkt ze bij zichzelf. Ze werpt een blik op de rest van haar station, dat langzaam aan steeds voller dreigt te raken. Tijd om de rest lastig te gaan vallen met een eindeloze stroom aan vragen. Ze hebben immers lang genoeg van hun rust kunnen genieten.
Ze zou het meneer Wolfeschlegelscherehausenhügelstadt (ofzoiets) niet kwalijk nemen als hij morgen veilig in bed blijft liggen en liever roomservice bestelt. Maar goed, een gast die de ene dag aan het ontbijt verschijnt en de volgende dag roomservice bestelt, stijgt direct honderd procent op de lijst eventuele LQA-testers. De kans dat hij ook hier aan een andere (maar gelijkwaardige) eenakter wordt onderworpen is groot. Ach, het is zoals één van onze collega’s altijd al zei: “Fünf Sterne, sehr gerne.”