Australië

Gelegen ten noordwesten van Nieuw-Zeeland is Australië het op vijf na (Rusland, Canada, Verenigde Staten, China en Brazilië) grootste land ter wereld. Niet Sydney, maar Canberra, is de hoofdstad. Het land, dat in 1901 onafhankelijk werd van het Verenigd Koninkrijk, is onderverdeeld in zes staten, twee territoria en één federaal territorium. Met vijfentwintig miljoen inwoners, telt het land twee keer zoveel kangoeroes als mensen.


Route

In totaal bracht ik 85 dagen in Australië door. Daarbij reisde ik vanuit Melbourne (1), Adelaide (2), Kangaroo Island, Alice Springs (3), Uluru-Kata Tjuta en King’s Canyon, Darwin (4), het Litchfield Nationaal Park, het Kakadu Nationaal Park, Darwin, Broome (5), het Karijini Nationaal Park, Exmouth, het Cape Range Nationaal Park, Coral Bay, het Kalbarri Nationaal Park, Margaret River, Perth (6), Cairns (7), Townsville, Magnetic Island, Airlie Beach, Whitehaven Beach, Agnes Water, Hervey Bay, Noosa, Brisbane (8), Byron Bay en Sydney (9) terug naar Melbourne.

Omdat het een groot land is en ik besloot om zowel het centrum, als de Oost- en de Westkust te bezoeken, moest ik verschillende plekken overslaan. Hoeveel kilometer ik exact heb afgelegd is moeilijk te zeggen. Grofweg schat ik zo’n 12.000 kilometer. Dat komt neer op een gemiddelde van ongeveer 150 kilometer per dag. Het grootste gedeelte daarvan legde ik per bus of auto weg. Slechts één keer nam ik het vliegtuig om vanuit Perth naar Cairns te reizen.

Vervoer
Per bus

Wie van plan is om op een goedkope manier veel van Australië te zien, doet er goed aan om bij Greyhound een WHIMIT-pas aan te schaffen. Met deze pas kun je onbeperkt met de bus door het land reizen, waarbij je van te voren bepaalt voor hoeveel aaneengesloten dagen je er één wil kopen. Voor $599 (€365) heb je al een pas voor negentig dagen.

De nadelen
Hoewel het reizen per bus snel en goedkoop is, kleven er wel een aantal nadelen aan:

  • Het traject Melbourne-Adelaide wordt niet door hen gereden en dien je apart te boeken bij Firefly voor $65 (€40).
  • Je kunt je minder vrij bewegen dan wanneer je zelf een auto koopt of huurt.
  • In tegenstelling tot de autobezitters in Australië, ben je als busreiziger veel afhankelijker van de organiseerde tours naar de vele nationale parken. Deze zijn vaak veel duurder dan een selfdrive er naar toe. Wil dat zeggen dat je als bezitter van een WHIMIT-pas per definitie aangewezen bent op deze georganiseerde tours? Nee. Er zijn altijd autobezitters die je graag meenemen in ruil voor een tegemoetkoming in de benzinekosten.

Hoewel de Greyhound het bekendste busbedrijf is, kun je ook kijken of een andere maatschappij wellicht beter bij je past. Premier rijdt ook langs de Oostkust en is goedkoper dan de Greyhound. Het nadeel is echter dat deze niet overal in het centrum stopt, waardoor je alsnog voor een shuttle moet betalen. Doe je liever de Westkust per bus? Ook dat is mogelijk.

Met de auto

Veel reizigers kiezen ervoor om in Australië een auto te kopen. Vooral wanneer je voor langere tijd in Australië bent, kan dit een uitkomst zijn. Je investeert eenmalig in een auto (die vaak ook compleet met kampeermateriaal geleverd wordt), en je bent voor de rest van de trip voorzien. Onderweg gratis kamperen is op deze manier uitermate gemakkelijk. Een aanzienlijke kostenbesparing wanneer je bedenkt dat je voor een bed in een slaapzaal gemiddeld zo’n $20 tot $30 betaalt.

Denk je erover om een auto aan te schaffen? Kijk dan eens op Gumtree Australia of Facebook (Australia Backpackers).

De nadelen
Natuurlijk kleven er ook nadelen aan het rondrijden met een auto:

  • Door de grootte van het land zul je aanzienlijke afstanden afleggen. En hoewel benzine in Australië goedkoper is dan in Nederland, is dit toch een grote kostenpost. Eentje die je natuurlijk flink terug kunt dringen wanneer je besluit andere reizigers (op een deel van je reis) mee te nemen en op die manier de kosten te delen.
  • De auto’s worden vaak van backpacker tot backpacker overgedragen. Tenzij je verstand van auto’s hebt, weet je van te voren natuurlijk nooit helemaal wat je koopt. Dure reparaties kunnen het gevolg zijn.
  • Wie al een vliegticket terug naar huis geboekt heeft en zijn of haar auto nog niet verkocht heeft, loopt het risico zijn of haar inleg te verliezen. Wat dan? Verkoop je je auto voor een habbekrats (waardoor je trip naar Australië ineens een stuk duurder uitvalt) of koop je een nieuw vliegticket naar huis? Dat en wanneer het bijvoorbeeld hoog- en laagseizoen is, zijn zaken om over na te denken voordat je een auto aanschaft.
Met het vliegtuig

Wie slechts voor korte tijd in Australië verblijft of een hekel heeft aan lange bus- of autoritten, kan er voor kiezen om (een gedeelte van) de reis per vliegtuig af te leggen Ik besloot het zelf één keer te doen, waarbij ik vanuit Perth naar Cairns vloog. Dankzij deze vlucht kon ik in drie maanden het hele land zien. En de prijs? Die viel reuze mee. Vooral als je je bedenkt hoeveel tijd en benzine het gekost zou hebben om die afstand zelf af te leggen.

Beste reistijd

Wie het land in zijn geheel wilt bezoeken, kan dat in principe gedurende het hele jaar doen. In dat geval geldt er geen zogenaamde ‘beste reistijd’. Houdt er echter rekening mee dat het klimaat tussen de verschillende staten (enorm) kan verschillen.

Besluit je het Noorden van Australië te bezoeken? Ga dan buiten het regenseizoen (dat van november tot april loopt). Besluit je juist naar het Zuidoosten van het land te reizen? Dan zijn de maanden september, oktober, november en december ideaal vanwege de aangename temperaturen en weinige regenval.


Mijn reis

Deel I: Centraal-Australië

Melbourne

Met meer dan vier miljoen inwoners is Melbourne niet alleen de op één na (Sydney) grootste stad van Australië, maar ook van Oceanië. Het is tevens de hoofdstad van deelstaat Victoria en biedt genoeg vertier om een bezoek te rechtvaardigen.

Algemeen

Voor €745 kocht ik via Expedia een retourticket van Amsterdam naar Melbourne bij China Southern Airlines met slechts één overstap. Aanvankelijk een topdeal, zij het niet dat een paar weken later mijn tweede vlucht vanuit Guangzhou (China) naar Melbourne gewijzigd werd. In plaats van een overstap van 02:10 uur kon ik nu rekenen op een overstap van 14:20 uur. Niet heel erg prettig als je bedenkt dat het vliegveld geen lekkere met tapijt bedekte verstopplekken heeft (zoals in Kuala Lumpur), waar je nog rustig even acht uur kunt ‘wegslapen’. Helaas. Wel werd mij een gratis (vliegtuig)lunch en diner op het vliegveld geboden. Dit woog natuurlijk niet op tegen de houten kont die ik had ontwikkeld na ongeveer twee en een half uur treinen, twintig uur vliegen en zeventien en een half uur wachten. Ik was dan ook heel blij toen het vliegtuig op dinsdagochtend eindelijk in Melbourne landde. Op het vliegveld kocht ik vervolgens een kaartje voor de Skybus. Een enkeltje naar het stadscentrum (Southern Cross Station) kost $19,75 (€12). Vanuit hier nam ik tenslotte de tram naar het hostel.

In het Hub Hostel betaalde ik $22 (€13,50) per nacht voor een bed in een vrouwenslaapzaal met vier bedden. Zowel de locatie – gelegen aan het park, op loopafstand van een Woolworths-supermarkt en de Free Tram Zone – als de voorzieningen en het personeel, zijn aangenaam.


Voor het gebruik van het openbaar vervoer in Melbourne (buiten de Free Tram Zone), heb je een MyKi-kaart nodig. Deze kaart is zowel op het vliegveld als op het busstation te koop en kost eenmalig $6 (€3,75). Krediet toevoegen kan altijd in een gemakswinkel. Om binnen Zone 1 te reizen hoef je alleen in te checken. Je betaalt dan een vast bedrag van $4,40 om twee uur met de tram te reizen. Reis je langer binnen deze zone? Dan check je na twee uur nogmaals in en betaal je het maximale dagtarief van $8,80.


Wat is er te doen?

Hoewel er in Melbourne meer dan genoeg te doen is, bracht ik door zowel het regenachtige weer als mijn jetlag mijn tijd in het hostel door. Omdat ik mijn reis ook weer in Melbourne zou afsluiten, besloot ik zonder iets gezien te hebben door te reizen naar de volgende bestemming.

Adelaide

De vijfde stad van Australië is tevens de hoofdstad van de deelstaat Zuid-Australië. In tegenstelling tot veel andere grote Australische steden, kent Adelaide nauwelijks hoogbouw in het centrum van de stad. Naast de ‘City of Churches’ wordt Adelaide ook vaak ‘Twenty Minute City’ genoemd vanwege de goede bereikbaarheid van plekken binnen en buiten de stad. Niet alleen de nabijheid van Kangaroo Island zorgt ervoor dat toeristen de stad graag bezoeken. Adelaide wordt ook omringd door wijngebieden, waarvan Barossa Valley één van de belangrijkste is.

Algemeen

Omdat de Greyhound het traject tussen Melbourne en Adelaide niet rijdt, kocht ik voor $65 (€40) een ticket naar Adelaide met Firefly. De bus, die om 07:00 vanaf bay 57 van het Southern Cross Station vertrok, arriveerde keurig op tijd om 18:45 op het busstation van Adelaide.

Voor $17 (€10,25) per nacht boekte ik een bed in een zespersoons vrouwenslaapzaal in het Adelaide Backpackers and Travellers Inn. Hoewel het hostel geen gezellige gemeenschappelijke zitkamer had, waren de overige faciliteiten (ruim) voldoende. Mijn zespersoon slaapzaal bleek een vierpersoons slaapzaal en – omdat het er erg koud was – had ik deze lange tijd helemaal voor mijzelf. Ideaal, vooral wanneer je zelf een warme slaapzak bij je hebt.


Voor het gebruik van het openbaar vervoer in Adelaide heb je een Metro Card nodig. Deze is gratis verkrijgbaar in een gemakswinkel, waar je ook het krediet (met een minimun van $5 per keer) kunt toevoegen. Net als in Melbourne, check je ook in Adelaide alleen in. Je betaalt dan voor twee uur reizen het hoge ($3,70) of het lage ($2,00) tarief. Dit lage tarief geldt van maandag tot en met vrijdag tussen 09:00 en 15:00 en op zondag. Wil je geen gebruik maken van de Metro Card? Dan koop je bij de chauffeur een kaartje voor een enkele rit ($3,30 – $5,50), een dagkaart ($10,40) of een driedaagse pas ($25). Heb je hulp nodig bij het plannen van je rit? De app MetroMate is gratis te downloaden.


Wat is er te doen?

Zowel in als buiten Adelaide is er voldoende te zien en te doen om jezelf een (aantal) dag(en) te vermaken. Waar ik de eerste dag de stad besloot te verkennen, nam ik de tweede dag juist de bus om in de omgeving te gaan wandelen.

Central Market, Adelaide Arcade en de botanische tuinen
De markt, die op zondag, maandag en enkele feestdagen na, iedere dag geopend is, telt ruim zeventig kraampjes. Dankzij haar ligging, nabij het busstation, is het makkelijk bereikbaar en ideaal voor reizigers die graag verse producten kopen. Wie hier echter rustig een kop koffie wil drinken, kan dat beter in de Adelaide Arcade, gelegen in de winkelstraat, doen. Vanuit daar loop je vervolgens gemakkelijk naar de botanische tuinen. De tuinen, die al sinds 1857 vrij toegankelijk zijn voor het publiek, zijn iedere dag geopend.

Morialta Conservation Park
Wie het Morialta Conservation Park – dat op dertig minuten rijden van het stadscentrum ligt – wil bezoeken, neemt de bus (o.a. H30) en stapt bij halte 26 (Morialta Road) of 27 (Stradbroke Road) uit. Vanuit hier loop je langs de eerste parkeerplaats en speeltuin door naar de First Falls parkeerplaats, van waar het grootste deel van de wandelingen starten. Omdat ik de wegbewijzering persoonlijk niet altijd duidelijk vond, gebruikte ik MAPS.ME om door het park te navigeren. Gedurende de Three Falls Grand Hike van 7,3 kilometer, spotte ik niet alleen de drie watervallen maar ook een koala in de bomen.

Kangaroo Island

Het in Zuid-Australië gelegen Kangaroo Island is het op twee na (Tasmanië en Melville Island) grootste eiland van Australië. Toeristen bezoeken het eiland doorgaans graag vanwege de natuur en verschillende diersoorten die er leven. Deze zijn zowel inheems (de kangoeroe, wallaby en zeeleeuw) als ingevoerd (de koala en het vogelbekdier). Hoewel er verschillende (dag)tours vanuit Adelaide naar Kangaroo Island (vanaf $285 per persoon) beschikbaar zijn, kun je de trip naar het eiland ook zelf organiseren.

Algemeen

Voor $155 (€95) per persoon boek je bij Sealink de bus van Adelaide naar Cape Jervis (retour) en de overtocht per veerboot van Cape Jervis naar Penneshaw (retour). Omdat de meeste automaatschappijen in Adelaide het niet toestaan om de auto op Kangaroo Island te rijden (of jou daarvoor niet verzekeren), huurde ik samen met mijn reispartner (die ik van tevoren op de Facebookpagina van Australia Backpackers 2019 had gevonden) een Suzuki Swift bij Budget voor $114 (€70) per dag. Omdat we het eigen risico van $4.000 bij deze maatschappij slechts omlaag konden brengen tot $600 voor $31 per dag, sloot ik een externe verzekering af bij de Nederlandse huurautoverzekering.com.

Omdat de totale reis vanaf het busstation in Adelaide naar de veerbootterminal op Kangaroo Island slechst drie uur in beslag neemt en het autoverhuurbedrijf zich in de terminal bevindt, heb je de eerste dag ruim voldoende tijd om al een groot deel van het eiland te bezichtigen.

Omdat veel hostels vaak al volgeboekt zijn voor bezoekers die een tour hebben geboekt, is het een aanrader om op het eiland te kamperen. Waar je bij sommige campings van tevoren moet reserveren, is dat bij andere überhaupt niet mogelijk. Wie te laat arriveert, loopt daarbij het risico dat er geen plek meer is. Omdat wij het eiland in de (koude) wintermaanden bezochten, was dat in ons geval geen enkel probleem. Zo overnachten wij de eerste nacht voor $8,50 (€5,25) per persoon op de Vivonne Bay Campground en de tweede nacht voor $7,50 (€4,50) per persoon op de Snake Lagoon Campground in het Flinders Chase National Park. Hoewel je bij de tweede naast de overnachting ook voor de entree van het park (van $11 per persoon) dient te betalen, is dit een stuk voordeliger dan de eerste wanneer je met een grote groep bent omdat je hier slechts $15 per auto (met een maximum van acht personen) betaalt.



Wat is er te doen?

Omdat we twee en een halve dag de tijd hadden om het eiland te verkennen, besloten we de eerste dag het gebied rondom Vivonne Bay te bezoeken, de tweede dag in het Flinder Chase Nationaal Park door te brengen en de derde dag via de noordkant van het eiland naar de hoofdstad Kingscote te rijden.

De eerste dag

Seal Bay
Wie de zeehonden van dichtbij zou willen bekijken, boekt voor $35,50 (€22) een 45-minuten durende tour (onder begeleiding van een gids) bij Seal Bay. Wie goedkoper uit wil zijn, betaalt, net als wij, alleen de toegang tot de boardwalk. Voor $16 (€9,75) mag je hier zolang blijven als je wilt en met een beetje geluk spot je de zeehonden vlak naast het pad. Zie je niets? Dan heb je alsnog de kans om ze in het Flinders Chase Nationaal Park te spotten.

Kelly Hill Caves
De toegang tot de Kelly Hill Caves is alleen mogelijk binnen openingstijden en onder begeleiding van een gids. Omdat wij, na het opzetten van onze tenten in Vivonne Bay, de grotten niet meer konden bezoeken, besloten we door te rijden naar Hanson Bay.

Hanson Bay
Wil je, na de zeehonden, ook de koala’s in het wild spotten? Bij Hanson Bay betaal je $10 (zonder gids) dan wel $20 (met gids) voor de toegang tot de laan waar ze veelvuldig verblijven. Met behulp van vlaggen, die de bomen markeren waar ze graag verblijven, zijn ze eenvoudigweg te fotograferen. Hoewel je ook hier zo lang als je wilt mag verblijven, besloten wij voor het donker weer terug naar de camping te rijden. Vanwege de hoeveelheid kangoeroes is het namelijk niet verstandig om in het donker over het eiland te rijden.

De tweede dag

De bekendste attractie van Kanagroo Island is zonder twijfel het Flinders Chase National Park. Bij het bezoekerscentrum kun je niet alleen je kampeerplaats reserveren, maar betaal je ook de entree ($11) tot het park.

Remarkable Rocks
Het duurde vijfhonderd miljoen jaar voordat de regen, wind en golven deze granieten rostblokken creëerden. Wie ze in alle rust wil bezoeken doet dat in de vroege ochtend of late avond.



Cape du Couedic Lighthouse en Admirals Arch
Op slechts een paar minuten rijden van de Remarkable Rocks ligt zowel de vuurtoren als de rotsboog die, net als de eerder genoemde rotsformatie, dankzij verschillende natuurkrachten zijn uiteindelijke vorm kreeg. Wie nog geen zeehonden heeft gezien, heeft kans om ze hier in het wild te spotten.

Black Swamp Hike
Omdat het ons minder dan drie uur kostte om de eerste drie highlights te bezoeken, besloten we na ons bezoek aan de Admirals Arch terug naar het bezoekerscentrum te rijden. Vanuit hier kun je verschillende wandelingen door het park ondernemen. Hoewel we gedurende onze wandeling weinig wildlife zagen – en de wandeling na verloop van tijd eentonig werd – genoten we desalniettemin van de Black Swamp Hike die negen kilometer lang was.



De derde dag

Hoewel ik de laatste dag van ons verblijf op Kangaroo Island nog graag wandelend in het Flinders Chase National Park had doorgebracht, wilde mijn reisgenoot liever de rest van het eiland bekijken. We besloten daarom om via de de noordkant van het eiland naar de hoofdstad Kingscote te rijden.

Wijn- en bierproeverij
Mijn reisgenoot, die werkzaam was in de horeca, ondernam graag een wijn- en bierproeverij. En omdat de bekendste, genaamd The Islander, gesloten was, besloten we voor $5 per persoon verschillende wijnen bij de Bay of Shoals te proberen. Omdat we na de proeverij nog meer dan voldoende tijd hadden, besloten we ook bij Kangaroo Island Brewery te stoppen voor een bierproeverij. Hoewel ik de sfeer er ontzettend gezellig vond, stond mijn reisgenoot erop om kort na aankomst alweer te vertrekken. Met de hoop om een eerdere veerboot terug naar het vasteland te nemen, keerden we ruim voor vertrek weer terug naar Penneshaw.

Adelaide

Voordat ik de bus naar Alice Springs nam, besloot ik nog twee dagen in Adelaide te verblijven. Hoewel ik van plan was om een aantal highlights te bezoeken, liet het weer dat niet toe. Heb jij meer tijd? Dan zou je kunnen overwegen om nog een bezoek te brengen aan het Cleland Conservation Park, het Belair National Park, het Hallett Cove Conservation Park, het Shepherds Hill Recreation Park, het Anstey Hill Recreation Park, het Cobbler Creek Recreation Park of één van de vele beroemde nabijgelegen wijngaarden.

Alice Springs

Gelegen in het Rode Centrum van Australië is Alice Springs, na Darwin, de grootste stad van het Noordelijk Territorium. Omdat er in de stad zelf weinig te doen is, bezoeken toeristen Alice Springs voornamelijk vanwege haar ligging ten opzichte van Uluru (466 kilometer) en King’s Canyon (473 kilometer).

Algemeen

De bus vanuit Adelaide naar Alice Springs vertrekt iedere avond om 18:00 en stopt tussendoor om 05:30 in Coober Pedy. Hoewel een bezoek aan deze kleine stad (die gedeeltelijk onder de grond ligt) ook een aanrader is, besloot ik verder te reizen naar de eindbestemming die we om 14:30 bereikten. Op korte afstand van het busstation, had ik voor $20,90 (€13) per nacht, twee nachten in het Alice Lodge Backpackers geboekt. Hoewel de receptie tussen 14:15 en 16:30 gesloten is en er geen gelegenheid is om binnen te eten, zou ik het hostel absoluut kunnen aanraden.

Wat is er te doen?

Omdat er in Alice Springs buiten een bezoek aan de botanische tuinen, een korte wandeling naar Anzac Hill (een uitzichtspunt) of een bezoek aan de bioscoop niet heel veel te doen is, kiezen de meeste reizigers ervoor om vanuit hier hun trip naar Uluru en King’s Canyon te plannen.

Uluru-Kata Tjuta en King’s Canyon

Uluru (of Ayers Rock), dat in het Nationaal Park Uluru-Kata Tjuta is gelegen, is een reusachtige rotsformatie. Sinds 1985 is de rots officieel eigendom van de Anangu (de lokale Aborigines). Voor hen is het een belangrijke religieuze plaats – verbonden aan de Tjukurpa (hun mythologie). Omdat deze voor niet ingewijden grotendeels geheim is, is het niet toegestaan om verschillende delen van de rots op camera vast te leggen. Hoewel de rots op dit moment nog beklommen kan worden, is dat voor de Anangu taboe. De kans is dan ook groot dat dit zeer binnenkort verboden gaat worden. Naast de Kata Tjuta, de andere rotsformatie (die ook wel vaker The Olgas wordt genoemd) die zich in het Nationaal Park bevindt, bezoeken de meeste reizigers ook King’s Canyon – een kloof die zich op een afstand van 321 kilometer in het Watarrka Nationaal Park bevindt.

Algemeen

Met drie andere reizigers (twee Nederlanders en een Amerikaan) die ik in het hostel in Alice Springs ontmoette, vertrokken we met twee auto’s vanuit Alice Springs naar Uluru. Na zes uur rijden, bereikten we het park precies voor zonsondergang. Omdat ook mijn reisgenoten voorzien waren van een tent, opblaasbed en slaapzak, besloten we de eerste twee nachten (gratis) op zo’n vijftien minuten rijden van het Uluru-Kata Tjuta Nationaal Park te kamperen en de laatste nacht (ook gratis) op zo’n 120 kilometer afstand van King’s Canyon de nacht door te brengen.

Wat is er te doen?

Uluru en Kata-Tjuta
Wie de zonsopkomst in het park wil bewonderen, parkeert de auto in het Mala Carpark. Wie zich wil wagen aan de klim, kan zich vanaf 10:00 aan de start verzamelen. Omdat één van de Nederlanders en ik deze uitdaging niet aan wilden gaan, wachtten wij in alle rust op de terugkomst van de anderen. Toen zij na anderhalf uur terugkeerden, besloot één van hen ons nog te vergezellen op de tien kilometer lange wandeling rondom de rotsformatie. Na de wandeling, en de lunch, bezochten we in alle rust het culturele centrum van het park. Omdat we nog tijd hadden voor de zonsondergang, besloten we dezelfde middag ook nog Kata Tjuta te bezoeken. Om te voorkomen dat we dit keer ook in het donker zouden moeten koken, bereidden we onze maaltijd gedurende de zonsondergang bij Uluru. Hoewel we ook deze keer in het donker op de camping arriveerden, vonden we opnieuw een plekje van waaruit we de prachtige sterrenhemel konden bewonderen.



King’s Canyon
Omdat we niet al te laat bij King’s Canyon wilden arriveren, vertrokken we niet al te laat. Hoewel er verschillende soorten wandelingen gemaakt kunnen worden, hadden wij onze zinnen gezet op de zes kilometer lange Rim Walk die jou in twee tot vier uur onder andere langs de rand van de kloof voert. Hoewel ik de wandeling, op de eerste klim na, gemakkelijk vond, waren de anderen aan het eind van de dag wel uitgewandeld. We besloten daarom alvast een eind in de richting van Alice Springs te rijden en vonden op een afstand van 120 kilometer van King’s Canyon een prachtige, en grote, gratis kampeerplaats. Onder het genot van een ontspannen muziekje, dronken we hier de laatste wijn op.

Alice Springs

Na drie dagen kamperen zonder douche en toilet, durf je niet direct dezelfde avond nog in de bus naar de volgende bestemming te stappen. Ik besloot daarom nog één keer in Alice Springs te overnachten en de dag erna de bus naar Darwin te nemen. Omdat het Alice Lodge Backpackers volledig volgeboekt was, boekte ik voor $30,50 (€19) één nacht in het Alice Springs YHA.

Darwin

Hoewel ik in eerste instantie van plan was geweest om mijn tijd in Darwin door te brengen, las ik vlak voor mijn vertrek uit Alice Springs een oproep op Facebook van een groep van vier personen die nog een vijfde persoon zochten voor een trip naar Litchfield en het Kakadu Nationaal Park. Omdat ik deze gelegenheid niet aan mij voorbij kon laten gaan, liet ik een groot deel van mijn spullen achter in het Frogs-Hollow Backpackers in Darwin en steld ik een bezoek aan deze stad nog een aantal dagen uit.

Litchfield en het Kakadu Nationaal Park

Zowel het Litchfield Nationaal Park als het Kakadu Nationaal Park zijn gelegen in het Noorderlijk Territorium en daardoor vanuit Darwin gemakkelijk te bezoeken. Waar het Litchfield Nationaal Park, met een oppervlakte van 1.461 km², makkelijk in korte tijd bezocht kan worden, is het verstandig om wat meer tijd uit te trekken voor het Kakadu Nationaal Park, dat met een oppervlakte van 19.804 km², zowel natuur als cultuur biedt. Het bestuur van het park bestaat naast de Australische overheid ook uit de oorspronkelijke Aboriginals. Met het entreegeld, van $40 per persoon, betaalt het bestuur voor het onderhoud van het park. Hoewel men het park in principe alleen met een auto kan bekijken, rijdt de Greyhound ook naar Jabiru – een in het park gelegen dorp.

Algemeen

Met vijf personen huurden we bij Thrifty gedurende zes dagen een 4WD (Mitsubishi Pajero Sport) voor een prijs van $600 (€375) met een eigen risico van $5.500 (€3.430). Het eigen risico kocht ik opnieuw af met een externe verzekering bij huurautoverzekering.com. Omdat we de trip zo goedkoop mogelijk wilden maken, besloten we in beide parken te kamperen. Hiervoor betaalden we in Litchfield $6,60 per persoon (hoewel dat ook goedkoper had gekund als het minder druk was geweest) en in Kakadu zo’n $6 tot $15 per persoon per overnachting (afhankelijk van de faciliteiten). Wil je er zeker van zijn dat je een entreekaart voor het Kakadu Nationaal Park kunt kopen? Dan kun je dit het beste van tevoren online doen.

Wat is er te doen?

Eerste dag
Nadat we de auto om acht huur ophaalden, besloten we allereerst om de boodschappen voor alle zes dagen in te slaan. Omdat we slechts één gaspit tot onze beschikking hadden, besloten we iedere avond gezamenlijk te koken.

Berry Springs
Het natuurpark, dat op nog geen uur rijden van Darwin is gelegen, is ideaal om te zwemmen. Hoewel het behoorlijk druk in het park kan worden, is het, dankzij het heerlijke water en de prachtige natuur, een fantastische plek om met vrienden of familie van het water te genieten.

Magnetic Termite Mounds
Na een zwempartij en lunch in Berry Springs reden we via Batchelor het Litchfield Nationaal Park binnen. Omdat het inmiddels al laat in de middag was, besloten we alleen de vier meter hoge termietenheuvels te bezoeken. Vlak voordat het donker werd, reden we naar de Florence Falls Campground. Hoewel de gehele camping al volgeboekt was, vonden we gelukkig een Australisch stel dat hun kampeerplek wel met ons wilde delen.

Tweede dag
Omdat we de eerste dag nog nauwelijks tijd hadden gehad om het Litchfield Nationaal Park te bekijken, trokken we hier de gehele tweede dag voor uit.

Buley Rockhole
Wie vroeg in de ochtend vertrekt kan vanuit de Florence Falls eenvoudig naar Buley Rockhole wandelen en daar nog steeds als eerste aankomen. Wie geen zin heeft om te wandelen, kan hier natuurlijk ook direct naartoe rijden. Trek je bikini aan en geniet hier van de zon, de natuur en het water. Een aanrader!

The Lost City
Gelegen tussen Buley Rockhole en de Tolmer Falls is The Lost City alleen toegankelijk met een 4WD. Hoewel de route er naartoe, dankzij haar lengte (tien kilometer) en krapte, zeker niet gemakkelijk begaanbaar is, is het de moeite van een bezoek waard. De grote zandstenen ontsluitingen doen denken aan de overblijfselen van een oude beschaving.



Tolmer Falls, Wangi Falls en Lower Cascades
Onderweg naar de Wangi Falls, waar je buiten lunchen en zwemmen ook kunt wandelen, stopten we bij de Tolmer Falls. Vanuit twee verschillende uitzichtpunten heb je hier een goed uitzicht op de waterval. Ben je na de vele watervallen nog niet uitgekeken? Dan kun je ervoor kiezen om de 2,6 kilometer lange wandeling (heen en terug) naar de Lower Cascades te maken. Hoewel je ook hier kunt zwemmen, maakte de slang die we in het water aantroffen de plek toch iets minder aantrekkelijk dan de Wangi Falls. Hoewel we aan het eind van de dag in eerste instantie op de Suprise Creek Campground wilden verblijven, besloten we vanwege het water op de weg Litchfield via Batchelor te verlaten en net buiten het park op een gratis kampeerplaats te verblijven.

Derde dag
Op de derde dag besloten we in alle rust naar het Kakadu Nationaal Park te rijden. Onderweg maakten we een tweetal stops. Waar de Robin Falls een prachtige, gratis kampeerplaats had kunnen zijn, bevond het Douglas Hot Springs Park zich naast een camping met de benodigde voorzieningen. De thermale bronnen zorgen er daarnaast voor dat het water op sommige plekken in de rivier heerlijk warm is.

Gunlom Waterfall Creek
Aan het eind van de middag reden we via de zuidelijke ingang het Kakadu Nationaal Park binnen, waar we voor $15 per persoon per nacht op de Gunlom Falls Campground verbleven. Vanuit hier maakten we diezelfde avond nog een wandeling naar de Gunlom Waterfall Creek, waar we genoten van een prachtige zonsondergang.

Vierde dag
Hoewel de volgende ochtend dezelfde wandeling nog een keer hadden willen ondernemen, gooide een lekke band roet in het eten. Hoewel dat normaal gesproken geen probleem had moeten zijn, bleek dat wij geen reserveband in de auto hadden liggen. Gelukkig schoot de campingmanager ons te hulp, pompte de band voor ons op en adviseerde ons om via Cooinda naar Jabiru te rijden waar een autogarage onze band zou kunnen plakken. Omdat het onduidelijk was of de band gerepareerd kon worden, reed iemand van het verhuurbedrijf naar Jabiru met een nieuwe reserveband, zodat we er niet zouden stranden. Gelukkig kon de band gerepareerd worden, kostte ons dit slechts $45 en besloten we tot de komst van de werknemer van het verhuurbedrijf onze tijd in Ubirr door te brengen.

Ubirr
Ongeveer veertig kilometer boven Jabiru ligt Ubirr. Door middel van een wandelpad wordt je hier langs verschillende rotsschilderingen geleid. De meest zichtbare zijn in de laatste tweeduizend jaar gemaakt. Na het zien van enkele galerieën, kun je de Ubirr-rotsformatie beklimmen. Vanuit hier heb je een prachtig uitzicht over het park.



Omdat de lekke band ons de hele dag had gekost, besloten we tegen het eind van de dag naar de Garrnamarr Campground te rijden, zodat we de volgende ochtend in alle vroegte naar de Jim Jim Falls konden rijden. Net als op de vorige camping, betaalden we ook hier $15 per persoon per nacht.

Vijfde dag
Hoewel we bij de Jim Jim Falls van plan waren de zes kilometer lange Barrk Marlam Walk naar de top te maken, misten we de afslag naar rechts, waardoor we in eerste instantie bij de plunge pool eindigden. We lieten ons echter niet ontmoedigen en slaagden er, ondanks de hitte, in om de wandeling in ongeveer drie uur tijd (heen en terug) te maken. De laatste nacht van onze trip brachten we door op de Jim Jim Billabong Campground, waar we middels een honesty-box $6 per persoon per nacht betaalden.



Zesde dag
Omdat we dankzij de lekke band een dag van bezienswaardigheden misgelopen waren, wilden een aantal van ons deze tijd goed maken door op de laatste dag nog een aantal zaken te bekijken. Hoewel sommigen daarvan, waaronder de wandelingen naar de verschillende lookouts (Mirrai, Nawurlandja en Gunnwarrdehwarrdde), niet direct de moeite waard zijn, waren enkele andere highlights dat wel.

Warradjan Aboriginal Cultural Centre
Wie graag meer wil leren over het park en hun oorspronkelijke bewoners, brengt een bezoek aan dit prachtig opgezette en informatieve centrum dat vanaf 09:00 geopend is.

Yellow River
Wil je het wildlife van het park nader bekijken? In Cooinda kan men voor $79 tot $99 (afhankelijk van het tijdstip) een twee uur durende cruise over het water boeken. Daarbij is het doorgaans makkelijker om (vanwege het koelere weer) gedurende de ochtend of de avond een glimp van het waterleven op te vangen. Omdat de anderen de cruise te duur vonden, volgden wij alleen het pad langs de rivier en genoten daarbij van de prachtige omgeving.

Darwin

De hoofdstad van het Noordelijk Territorium is de noordelijkst gelegen stad van het land. Dankzij haar ligging leent de stad zich uitstekend voor een bezoek aan de nationale parken Litchfield en Kakadu.

Algemeen

Omdat één van ons het vliegtuig moest halen, leverden we de gehuurde auto op het vliegveld weer in. Omdat het jonge stel bij een local verbleef en door haar op het vliegveld werden opgehaald, werden ook mijn andere reisgenoot en ik door haar weer in het centrum van Darwin afgezet. Vanuit hier besloot ik opnieuw in het Frogs-Hollow Backpackers te logeren dat met een bedrag van $20 (€12,25) per nacht verreweg de goedkoopste accommodatie in Darwin is.

Wat is er te doen?

Buiten een bezoek aan het Litchfield of Kakadu Nationaal Park, zijn er binnen en buiten Darwin nog verschillende zaken die je zou kunnen bezoeken. Hoewel veel toeristen volop genieten van het uitgaansleven op Mitchell Street, gaf ik de voorkeur aan de Deckchair Cinema. Hoewel de film pas om 19:30 begint, kan men al vanaf 18:00 terecht in deze openluchtbioscoop voor het zien van de zonsondergang, een hapje of het reserveren van een plekje (met een kussen). Een kaartje kost $16 (€10).

Fannie Bay Gaol
De gevangenis, die gelegen is in Fannie Bay, was geopend tussen 1883 en 1979. Hoewel het vanuit het stadscentrum slechts vijf kilometer lopen is (en je daarbij ook gelijk de botanische tuinen zou kunnen bekijken), rijdt er ook een bus naartoe. De entree is gratis, maar een donatie wordt gewaardeerd. Hoewel er geen gids aanwezig is, bieden de informatieborden meer dan voldoende achtergrondinformatie voor een bezoek.

Heb je nog tijd over?
Op ongeveer een uur rijden van Darwin organiseren diverse bedrijven een Crocodile Jumping Cruise op de Adelaide River. Gedurende een uur worden de krokodillen met buffelvlees gelokt op deze al springend uit de lucht te grissen. Wie een eigen auto heeft, kan deze tour boeken voor $30 tot $45. Een tour er naartoe kost al gauw $95 tot $100. Omdat de activiteit discutabel is, besloot ik er zelf niet naartoe te gaan.

Ga je liever naar de markt? Iedere donderdag en zondag van april tot oktober, vindt men op het strand de Mindil Beach Sunset Market tussen 16:00 en 21:00. Niet alleen de zonsondergang schijnt prachtig te zijn – voor het eten betaal je later op de avond slechts een schijntje.

Broome

Broome is gelegen in de deelstaat West-Australië. In het begin van de twintigste eeuw was de stad voornamelijk bekend vanwege de parelvisserij. Vandaag de dag speelt het toerisme hier een belangrijke rol. Cable Beach, het strand van Broome, dankt haar naam aan de telegraafkabel die hier in 1889 werd aangelegd. De kabel verbond West-Australië met Java, Singapore en uiteindelijk Londen.

Algemeen

De rit van Darwin naar Broome met de Greyhound duurt ongeveer vierentwintig uur. Vanuit het bezoekerscentrum in Broome, loop je in ongeveer vijf minuten naar het Kimberley Travellers Lodge. Voor een zespersoons vrouwenslaapzaal met ontbijt betaal je hier $26 (€17) per nacht.

Wat is er te doen?

Wie graag aan het strand verblijft, boekt een hostel in Cable Beach. Doe je dat niet? Dan kun je vanuit het bezoekerscentrum voor $4 per rit elk half uur de bus ernaartoe nemen. Doe je liever iets actiefs? Dan kun je een kamelentocht over het strand danwel excursie om walvissen te spotten boeken. Omdat ik dat laatste graag in Exmouth wil boeken, besloot ik opnieuw de openlucht bioscoop te bezoeken.

Sun Pictures
Sun Pictures werd in 1903 gebouwd en is daarmee de oudste openlucht bioscoop ter wereld. Voor $17,50 (€11) koop je al een kaartje. Verwacht je daarbij ongestoord kijkgenot? Helaas. Vanwege de nabijheid van het vliegtuig wordt de voorstelling regelmatig verstoord door een laag overvliegend vliegtuig. Desalniettemin is het een aanrader. Vooral wanneer je, net als ik, een filmfan bent.

Deel 2: West-Australië

West-Australië is de grootste deelstaat van het land en beslaat de gehele westkust. In 1616 zetten de Nederlanders hier als eerste westerlingen voet aan wal na het lijden van schipbreuk. De hoofdstad Perth is verreweg de grootste stad van de deelstaat. Ongeveer driekwart van de bevolking woont hier.

Algemeen

Waar de oostkust overspoeld wordt door toeristen, is de westkust nog redelijk onbegaan. Wie dit gebied wil ontdekken heeft twee opties: het boeken van een georganiseerde tour of het regelen van eigen vervoer. Omdat ik geen van beide opties van te voren zag zitten, was ik in eerste instantie van plan om vanuit Broome naar Cairns te reizen. Via het internet stuitte ik een aantal dagen van tevoren echter op een andere mogelijkheid.

Sharebus

Sharebus, een relatief nieuw initiatief, beidt reizigers de mogelijkheid om de Westkust op een goedkope en leuke manier te bereizen. Samen met maximaal elf andere reizigers huur je van hen een minivan, trailer en al het benodigde (kampeer)materiaal. Het bedrijf betaalt niet alleen de benzine (voor een ongelimiteerd aantal kilometers), maar ook de toegang tot de nationale parken en enkele basisvoorzieningen zoals kookolie, koffie, thee en schoonmaakmiddelen. Omdat het geen georganiseerde tour is, heb je als groep alle vrijheid om te gaan waar je wilt. Hoewel Sharebus hun reizigers voorziet van een voorgesteld reisplan, ben je vrij om dit naar eigen inzicht te volgen. Naast de belangrijkste bezienswaardigheden, bevat het plan ook tips waar je (gratis) kunt overnachten.

Voor mijn trip van Broome naar Perth in eenentwintig dagen, betaalde ik aan Sharebus een bedrag van $750 (€455). Dit bedrag is exclusief het aantal overnachtingen die niet al van tevoren door Sharebus geboekt waren, mijn eten, drinken en excursies.

Karijini Nationaal Park