Bolivia

Bolivia grenst aan een vijftal landen: Argentinië, Brazilië, Chili, Paraguay en Peru. Net als een groot deel van Zuid-Amerika, werd ook Bolivia lange tijd gekolonialiseerd door Spanje. Hoewel het in 1825 haar onafhankelijkheid vergaarde, was het land nog lange tijd het speelveld van oorlog en ellende. Ofschoon Bolivia het op één (Venezuela) na armste land van Zuid-Amerika is, hebben diverse economische maatregelen de afgelopen jaren wel voor verbetering gezorgd.


Route

In totaal brachten wij eenentwintig dagen in Bolivia door. Daarbij reisden we vanuit Copacabana (1) via La Paz (2) naar Cochabamba (3), het Torotoro Nationaal Park (4), Potosí (5), Tupiza (6) en Uyuni (7). Vanuit Typiza boekten we de Sud Lipez Salar Tour die ons via Quetena Chico, Villa Mar en Villa Candalaria naar Uyuni voerde. Waar we Rurrenabaque en Samaipata over besloten te slaan, stonden Santa Cruz en Sucre nooit op onze planning.

Besluit je echter een talencursus in Bolivia te volgen? Dan schijnt Sucre een aanrader te zijn. Omdat wij niet zo heel veel tijd meer hadden in Zuid-Amerika en geen fan van (grote) steden zijn, besloten wij er niet naartoe te reizen. Omdat onze route uiteindelijk op 2.290 kilometer uitkwam, legden we ongeveer 210 kilometer per reisdag af.



Vervoer

Wil je het land snel, gemakkelijk en goedkoop doorkruisen? Dan is de bus ook in Bolivia de beste optie. Ben jij iemand die zijn reis graag van tevoren plant en op tijd een buskaartje koopt? In Bolivia kun je dat beter laten. Kaartjes worden hier op het laatste moment vaak goedkoper aangeboden. Vind je ze nog steeds te duur? Afdingen op de prijs van een buskaartje is in Bolivia niet ongewoon.

Per bus

Wil je, na Peru, geen risico nemen met de busmaatschappij en kies je liever voor een goede, wat duurdere, maatschappij dan een die goedkoper maar minder betrouwbaar is? Naast Bolivia Hop, hoorden wij ook goede verhalen over El Dorado, Boliviar, Trans Copacabana en Todo Tourismo. Daarbij is het overigens nog steeds belangrijk om zowel op het busstation als in de bus zelf je waardevolle spullen niet uit het oog te verliezen. Diefstal is niet ongebruikelijk.

Reis je, net als wij, in de Boliviaanse winter door het land? Zorg dan dat je je warm kleed voor een busreis. In de bus zelf kan het ontzettend koud zijn. Veel Bolivianen zelf nemen dan ook graag een deken mee aan boord. Heb jij een slaapzak bij je? Dan zou ik deze zeker gebruiken in de Boliviaanse bus. Je krijgt er geen spijt van.

Beste reistijd

Ondanks de kou leent de Boliviaanse winter, die van mei tot oktober loopt, zich het beste voor een bezoek aan dit land. Hoewel dit ook het hoogseizoen is, wil je het land liever niet in het regenseizoen bezoeken. In deze zomermaanden (december, januari, februari en maart) kunnen bepaalde gebieden vanwege de regen namelijk onbegaanbaar zijn.

Winter of geen winter, vanwege de hoogte van het land zul je sowieso bedacht moeten zijn op koude nachten. Met name in de Salar de Uyuni kan het kwik ’s nachts tot ver onder het vriespunt dalen. Een kwalitatief goede en warme slaapzak is in Bolivia geen overbodige luxe.


Onze reis

Copacabana

Het grootste meer van Zuid-Amerika, het Titicacameer, is gelegen op de grens van Peru en Bolivia. Wie het meer vanuit beide landen wil bezoeken, reist doorgaans van Puno (Peru) naar Copacabana (Bolivia). Vanuit hier nemen diverse toeristen dagelijks de boot naar het heilige Inca-eiland Isla del Sol.

Algemeen

Voor 65 soles (€16,25) namen we vanuit Cuzco met Cruz del Sur de nachtbus naar Puno (Peru). Omdat men niet rechtstreeks naar Copacabana kan rijden, kochten we hier voor 25 soles (€6,25) een ticket bij Titicaca Boliva naar Copacabana.

Om ervoor te zorgen dat de grensovergang vlot verliep, instrueerde de busmedewerker ons van tevoren over het proces en liet hij ons alvast alle benodigde formulieren invullen. Waar het ene formulier door het busbedrijf zelf wordt bewaard, dien je het andere bij de Boliviaanse immigratie in te leveren. Voordat we hier arriveerden, werd er eerst bij een geldwisselkantoor gestopt. Omdat er in Copacabana zelf twee bolivianos (€0,25) belasting betaald moet worden, is het verstandig om hier alvast te wisselen.

Voor 40 bolivianos (€5) per persoon per nacht boekten we een tweepersoonskamer met eigen badkamer in het Hostal Puerto Alegre. Dankzij de ruime, schone kamer, warme douche en redelijke internet was dit, na lange tijd, weer een genot. In vergelijking met Peru, zijn de accommodaties (en vooral de douches) in Bolivia top.

Wat is er te doen?

Buiten een tour naar het heilige Inca-eiland Isla del Sol? Niet veel. Desondanks reisden Noëlle en ik er toch naartoe. Helaas moesten we een trip naar het eiland, door onze fysieke toestand vlak na het ayahuasca retreat, overslaan.

Isla del Sol
Vanwege een langdurig conflict tussen het noorden en het zuiden van het eiland is het niet altijd mogelijk om vanuit het noorden (Challapampa) naar het zuiden (Yunami) te lopen. Hoewel deze drie uur durende wandeling absoluut de moeite waard schijnt te zijn, kun je er (indien niet mogelijk) ook voor kiezen alleen het zuiden te bezoeken. Houdt daarbij wel rekening met de tijden van de veerboot. Deze vertrekt slechts twee keer per dag.

La Paz

Op een hoogte van 3.660 meter, wordt La Paz regelmatig gezien als de hoogst gelegen hoofdstad ter wereld. Maar waar La Paz in werkelijkheid de officieuze hoofdstad van het land is, is Sucre de wettelijke hoofdstad van Bolivia. Doordat La Paz in een kom ligt, kan men bij aankomst direct van een prachtig uitzicht over de stad genieten. Wil je hier meer van zien? Dan biedt de kabelbaan uitkomst.

Algemeen

Wie vanuit Copacabana naar La Paz reist kan vanaf Plaza Sucre zowel de reguliere bus (20 bolivianos) als de minibus (25 bolivianos) naar de stad nemen. Wij kozen voor het eerste en arriveerden drie en een half uur later op onze bestemming. Vanaf het Cemetario, de eindhalte van de bus, was het vervolgens nog een half uur lopen naar ons hostel.

Voor een grote tweepersoonskamer met gedeelde badkamer in Hospedaje Yanacocha betaalden we 40 bolivianos (€5) per persoon per nacht. Hoewel de koelkast in de gedeelte keuken ontbrak, hebben we hier elke avond probleemloos kunnen koken. Een aanrader!

Wat is er te doen?

Ofschoon we oorspronkelijk van plan waren om over de beroemde Death Road naar Coroico te fietsen, besloten we er vanwege de hoge kosten vanaf te zien. In plaats daarvan bezochten we de markt, namen we de kabelbaan en bezochten we ‘La Valle de la Luna’.

Death Road
De gevaarlijkste weg ter wereld, die jaarlijks honderden slachtoffers maakt, loopt van La Paz tot Coroico. Ondanks dat besluiten veel toeristen de vijfenzestig kilometer lange route af te leggen. Ben jij niet bang aangelegd en heb je er €90 per persoon voor over? Dan is het iets voor jou. Omdat wij het te prijzig vonden besloten wij er vanaf te zien.

Mi Teleférico
De kabelbaan, die het mogelijk maakt om jezelf snel, gemakkelijk en goedkoop door de stad te verplaatsen, wordt zowel door toeristen als door de inwoners van de stad gebruikt. Vanuit Taypi Uta (het centraal station) namen wij voor 3 bolivianos (€0,35) de rode lijn naar El Alto. Vanuit hier heb je een prachtig uitzicht over de stad en zie je, onder meer, de grootste begraafplaats van La Paz. Omdat deze, sinds haar vestiging in 1826, dermate gegroeid is, mag men hier in een grote crypte maximaal tien jaar verblijven. Daarna wordt het lichaam gecremeerd en naar een kleinere plek verplaatst.

Mercado de las Brujas
Hoewel de heksenmarkt niet meer is dan een kleine straat met een tiental winkels, ligt deze in het stadscentrum en op steenworpafstand van Mercado Lanza. Heb je tijd? Dan kan het geen kwaad om een kijkje te nemen op de markt waar dode babylama’s en skeletten ter bevordering van de zwangerschap worden verkocht.

La Valle de la Luna
Heb je tijd en ben je bereid om vijfenveertig minuten in de bus te zitten? Dan kun je voor 15 bolivianos (€1,85) entree La Valle de la Luna bezoeken. Dit park, dat op een maanlandschap lijkt, is vanuit Plaza de San Francisco bereikbaar met lijn 11, 43 en 407 (richting Mallasa). Hoewel het park een bezoek aan La Paz niet rechtvaardigt, is het een leuk (en goedkoop) tijdverdrijf.

Rurrenabaque

Vanuit La Paz kun je zowel per bus als per vliegtuig naar Rurrenabaque reizen. Vanuit hier bezoek je ofwel het tropisch regenwoud van het Madidi Nationaal Park ofwel de pampa’s. In dit subtropisch natuurlijk grasland leven onder meer anaconda’s, kaaimannen en luiaards.

Is er een reden om niet naar Rurrenabaque te reizen? Ja. De busrit, die niet alleen tot twintig uur in beslag kan nemen, voert ook nog eens over Death Road. Durf jij dit risico niet te nemen? Dan kun je ervoor kiezen om €180 voor een retourvlucht te betalen. Wij kozen ervoor Rurrenabaque helemaal niet te bezoeken. Een bezoek aan dit gebied is niet goedkoop en, nadat we het Cuyabeno Nationaal Park in Ecuador al bezocht hadden, was het ons dit niet waard.

Het Torotoro Nationaal Park

Het Torotoro Nationaal Park, dat alleen onder begeleiding van een gids te bezoeken is, ligt op ongeveer vier tot vijf uur rijden van Cochabamba. Naast de kosten van een tour, waarvoor een vaste prijs gerekend wordt, dient iedere bezoeker ook de entree van 100 bolivianos (€12,50) te betalen. Ben je avontuurlijk ingesteld? Dan mag deze bestemming niet op jouw planning ontbreken.

Algemeen

Hoewel we vanuit La Paz, achteraf gezien, beter de nachtbus naar Cochabamba hadden kunnen nemen en vanuit hier direct naar het Torotoro Nationaal Park hadden moeten doorreizen, namen wij voor 50 bolivianos (€6,25) de El Dorado bus naar Cochabamba. Hier betaalden we 56 bolivianos (€7) per persoon voor een tweepersoonskamer met badkamer in Hostal Elisa.

De volgende ochtend namen wij op Calle Mairana voor 35 bolivianos (€4,35) per persoon de minibus naar het Torotoro Nationaal Park. Omdat deze pas vertrekt wanneer de gehele bus volgeboekt is, is het verstandig om geen strakke planning te maken. Vertrekt hij eindelijk? Dan ben je vier tot vijf uur later op je bestemming. Vind je het niet erg om wat langer onderweg te zijn? Dan is de reguliere bus ook een optie. Hoewel deze goedkoper is, vertrekt deze maar één keer per dag en nooit op maandag.

Omdat er voldoende vrije accommodaties in het Torotoro Nationaal Park zijn, is het niet nodig om van tevoren een kamer te reserveren. Daar aangekomen, boekten wij voor 40 bolivianos (€5) een tweepersoonskamer met gedeelde badkamer in Hostal San Miguel. Hoewel er hier geen keuken is waar je gebruik van kunt maken, is dat geen probleem. Vanwege het schaarse aanbod aan boodschappen, kun je hier sowieso beter uit eten gaan.


Besluit je het Torotoro Nationaal Park te bezoeken? Houdt er dan rekening mee dat je hier niet kunt pinnen, de tours met gepast geld moet betalen en de kans groot is dat je hier geen internet hebt. Wie er een aantal dagen verblijft, doet er goed aan om van tevoren alvast een paar films te downloaden.


Wat is er te doen?

Voordat je in het Torotoro Nationaal Park een tour boekt, dien je bij de toeristeninformatie (ernaast) eerst de entree van 100 bolivianos (€12,50) per persoon te betalen. Met deze entreekaart kun je het park vier dagen lang, mits onder begeleiding van een gids, bezoeken. Omdat de tours (ongeacht het aantal deelnemers) een vaste prijs hebben, is het verstandig om samen met de andere bezoekers (in de bus, het hostel of bij het tourbureau) al een groep te vormen. Alle gegadigden verzamelen zich hier iedere dag voor een ochtend- (vanaf 07:30) of middagtour (vanaf 13:30). Spreek je geen Spaans? Houd er rekening mee dat de gids (vaak) geen Engels spreekt.

Ciudad de las Itas en Caverna Umajalanta
De tours Ciudad de las Itas en Caverna Umajalenta worden vaak gecombineerd en zijn (samen) de populairste tours van het park. Ga je met het maximum van zes personen? Dan betaal je voor deze twee tours samen 106 bolivianos (€13,25) per persoon. Voor dat geld boek je een gids met chauffeur en ben je zo’n zeven tot negen uur zoet.

Na een uur rijden bereik je de eerste bestemming. In de Ciudad de las Itas loop je in ongeveer twee en een half uur langs verschillende rotsformaties. Wie zijn fantasie gebruikt ziet hierin verschillende dieren. Na de wandeling is het tijd om te lunchen. Deze reserveer je van tevoren voor 25 bolivianos bij het tourbureau of neem je zelf mee. Vervolgens loop je in minder dan een half uur naar de Caverna Umajalanta. Omdat je tijdens het klimmen in de grotten zo weinig mogelijk mee wilt nemen, kun je al je spullen van tevoren opbergen in een kluis. Ondanks de kou, volstaat het dragen van een trui of een jas. Door het klimmen krijg je het snel genoeg warm. Omdat alle groepen de grotten normaal gesproken aan de rechterkant betreden, besloten wij met onze gids Francisco links naar binnen te gaan. Op deze manier kruisten we de anderen, maar werden we niet opgehouden of juist opgejaagd.



Vergel
De zeven kilometer lange wandeling langs de watervallen naar het ravijn neemt zo’n vijf uur in beslag en kost (voor een groep van zeven personen) 17 bolivianos (€2,10) per persoon. Net als de dag ervoor, ondernamen we ook deze tour met gids Francisco.

Ben je nieuwsgierig naar de voetstappen van de dinosauriërs die hier ooit leefden? Dan kun je je hart ophalen. Want voor de waterval, die gedurende ons bezoek compleet droog stond, hoef je de wandeling niet te maken. Afhankelijk van de samenstelling van de groep kun je zowel via de korte, steile route in het ravijn afdalen ofwel de wat langere, makkelijkere route nemen. Een ding is in ieder geval zeker. Nadat je de achthonderd trappen (tweehonderdvijftig meter) naar beneden en weer omhoog hebt genomen, heb je je dagelijkse beweegrichtlijn wel gehaald.



Heb je (om wat voor reden dan ook) slechts een halve dag de tijd in het Torotoro Nationaal Park en moet je kiezen tussen de verschillende tours? Dan raad ik je de Caverna Umajalenta van harte aan! Dankzij het klimmen door de verschillende ruime dan wel nauwe gangen, is deze tour een echte aanrader!

Potosí

Op een hoogte van 4.090 meter, is Potosí de op één na hoogst gelegen stad ter wereld. Alleen El Alto, dat aan La Paz grenst, ligt met een gemiddelde hoogte van 4.150 meter hoger. Hoewel Potosí dankzij de ontdekking van zilver in de zeventiende eeuw uit kon groeien tot een van de grootste en rijkste steden van Zuid-Amerika, kreeg de stad in de negentiende eeuw een enorme terugval. Wat was de oorzaak? Niet alleen de mijnen raakten uitgeput, ook de waarde van het zilver daalde aanzienlijk. Hoewel de mijnen vandaag de dag nog steeds in gebruik zijn, trekken deze nu voornamelijk toeristen.

Algemeen

Nadat we heerlijk uitgeslapen hadden, boekten we in Torotoro de laatste twee plaatsen in de collectivo die al drie uur stond te wachten. In Cochabamba kochten we vervolgens voor 50 bolivianos (€6,25) bij El Dorado een ticket naar Potosí. De bus, die om acht uur ’s avonds vertrok, zette ons hier rond zes uur ’s ochtends af.

Omdat we in het Torotoro Nationaal Park geen internetverbinding hadden, lieten we ons voor 20 bolivianos (€2,50) met de taxi in het stadscentrum afzetten. Met behulp van MAPS.ME (die ook de goedkope accommodaties in de stad toont), liepen we bij het Hostal la Casona Potosí naar binnen. Voor 50 bolivianos (€6,25) per persoon boekten we hier een tweepersoonskamer met gedeelde badkamer, keuken en een gratis ontbijt. Een aanrader.

Wat is er te doen?

Bezoek je de stad? Dan ontkom je niet aan een tour door de mijnen. Wil je zeker weten dat je geld goed terecht komt? Kies dan niet automatisch voor de goedkoopste tour. Wie wat meer betaalt, bezoekt niet alleen een mijn waarin daadwerkelijk nog gewerkt wordt, maar weet ook dat de gidsen hiervoor goed betaald worden.

Cerro Rico
Voor een tour bij Koala Tours, waarbij de groep uit maximaal acht personen bestaat, betaalden wij 130 bolivianos (€16,25) per persoon. Om je zo snel mogelijk door de mijn te kunnen bewegen, wordt je aangeraden om alleen mee te nemen wat je daadwerkelijk nodig hebt. Naast geld, een fototoestel, een mondmasker tegen het stof (dat voor 1 bolivano bij de apotheek te koop is), is dat hoogstens een fles water. Een broek, shirt, laarzen en een helm met lamp ontvang je voor vertrek naar de mijn, waar de deelnemers (die zowel voor een Engelse als Spaanse tour kunnen kiezen) in verschillende groepen worden ingedeeld.

Wist je dat alle mijnwerkers niet voor de overheid of een bedrijf, maar voor zichzelf werken? Omdat zij daarom ook zelf in hun werkmateriaal moeten voorzien, stopt iedere touroperator voorafgaand op de mijnwerkersmarkt. Hier kochten wij als groep voor 20 bolivianos (€2,50) per persoon diverse artikelen. Deze zouden gedurende de tour door de hulpgids onder de verschillende mijnwerkers verdeeld worden. Het maken van een foto of een kort praatje met een van de werkers is daardoor geen enkel probleem.



Is het maken van een tour de moeite waard? Absoluut! De gidsen, die hiervoor vaak zelf jaren in de mijnen werkzaam zijn geweest, zijn ontzettend professioneel en gunnen je, in twee uur tijd, een blik in de wereld van een groot deel van de inwoners van Potosí. Hoe lang de mijnen in de stad nog geopend blijven, durft onze gids niet te zeggen. “Tien tot vijftien jaar”, gokt hij. En dan? Wordt Potosí een spookstad of kan het toerisme de stad dit lot nog (even) besparen?

Tupiza

De stad, die helemaal in het zuiden van Bolivia ligt, telt nog geen 25.000 inwoners. Maa dankzij de bergen van de Cordillera de Chicas, de rode rotsen, cactussen en het droge klimaat, leent de omgeving zich uitstekend voor een rit te paard.

Algemeen

Voor 30 bolivianos (€3,75) kochten we bij Boquerón een busticket naar Tupiza. Hoewel ons dit eigenlijk 50 bolivianos zou hebben gekost, boden ze ons direct na onze weigering dezelfde prijs als hun concurrent. Vier en een half uur later arriveerden we in Tupiza. Hier boekten we voor 60 bolivianos (€7,50) een tweepersoonskamer met gedeelde badkamer in Hostal Los Salares. Dat dit hostel ook gerund werd door de eigenaren waarbij wij, na uitvoerig onderzoek, ook onze Sud Lipez Salar Tour boekten was puur toeval.

Wat is er te doen?

Wie naar Tupiza reist doet dat doorgaans om vanuit hier de beroemde Sud Lipez Salar Tour te starten. Hoewel deze tour, die hier vier dagen duurt, ook in drie dagen vanuit Uyuni gestart kan worden, staat de tour vanuit Tupiza beter aangeschreven. Heb je hiernaast nog een dag de tijd? Dan kun je ervoor kiezen om voor 150 bolivianos (€18,75) ook nog drie uur lang te gaan paardrijden. Omdat wij geen enthousiaste ruiters zijn, vonden wij het dat geld persoonlijk niet waard.

Sud Lipez Salar Tour

Wie het Eduardo Avaroa Nationaal Park en de Salar de Uyuni wil bezoeken, dient een auto te huren dan wel een tour te boeken. Afhankelijk van jouw reisplannen kan dit in Tupiza (Bolivia), Uyuni (Bolivia) of San Pedro (Chili).

Voor welk tourbureau kies je?

Omdat de vierdaagse tour vanuit Tupiza doorgaans beter staat aangeschreven dan de driedaagse tour vanuit Uyuni, kozen wij voor het eerste. Dankzij TripAdvisor vond ik al snel een organisatie die mij aanspraak: Turistur Los Salares. Omdat het boeken van een tour goedkoper is wanneer deze met meerdere personen wordt geboekt, benaderde ik het bureau via e-mail voor ons vertrek naar Tupiza. Wij hadden geluk. Samen met een frans echtpaar en hun twaalfjarige zoon konden we vrijdag vertrekken.

Voor vier dagen en drie nachten betaalden wij (op basis van vijf personen) 1.150 bolivianos (€143,75) per persoon. Omdat dit exclusief de kosten van de entree voor het nationale park van 150 bolivianos (€18,75), enkele bezienswaardigheden en activiteiten gedurende de tour en de fooi is, komt het totaalbedrag op ongeveer €175 per persoon uit.

Wat neem je mee?

Hoewel de temperatuur in het zuidwesten van Bolivia ook in de winter gedurende de dag redelijk is, koelt het na zonsondergang flink af. De accommodaties, die heel eenvoudig zijn, worden lang niet altijd goed verwarmd. Het is daarom belangrijk om, naast warme (winter)kleding, ook een goede warme slaapzak mee te nemen. Heb je deze niet? Het tourbureau kan deze voor je inpakken. Omdat onze eigen slaapzak niet volstond, sliepen wij ’s nachts met onze kleding aan.



Wat is er te doen?

Waar het Eduardo Avaroa Nationaal Park, waarvan de hoogte tussen de 4.200 en 5.000 meter varieert, uit een zeer divers en spectaculair landschap bestaat, is het landschap van de zoutvlaktes van Uyuni ontstaan na de opdroging van het meer. Hoewel de laatste een populaire toeristische bestemming is, zou men een bezoek aan het nationale park ook absoluut niet mogen missen.

De eerste dag
Omdat het een flink eind rijden is naar het Eduardo Avaroa Nationaal Park vertrokken we direct na een vroeg ontbijt in het hostel. Op die manier zorgden we er niet alleen voor dat we de andere tours voor zouden blijven, maar ook dat we voldoende tijd hadden om onderweg rustig van de omgeving te genieten.

Omdat we een bezoek aan de Ciudad del Encanto (in overleg) oversloegen, reden we direct door naar de San Antonio Ruinas. Voor deze verlaten spookstad, waar tegenwoordig niets meer van rest dan de ruïnes van de oude stad en de ingang tot de mijnen, betaalt men 15 bolivianos (€1,85) entree ten behoeve van de lokale gemeenschap. Hoewel daar nu niets meer van te zien is, werd de stad vroeger bewoond door zowel de Afrikaanse slaven die door de Spanjaarden naar Bolivia werden gehaald als de Inca’s. Omdat de eerste door de grote hoogte stierven, sloten de Spanjaarden een akkoord met de laatste. Alleen tegen een vergoeding waren deze bereid om in de mijnen te gaan werken.

Pas tegen de avond bereikten we uiteindelijk de ingang van het nationaal park, waarvoor we 150 bolivanos (€18,75) per persoon entree betaalden. In het hostel in Quetena Chico deelden wij met vijf personen een kamer.



De tweede dag
Omdat we de tweede dag veel stops zouden maken, zaten we al om half acht ’s ochtends in de auto. Achtereenvolgens bezochten we het Laguna Hedionda, Kollpa Laguna en de Desierto de Dali. Om lekker op te warmen namen we voor zes bolivianos (€0,75) een bad in de Aguas Termales, alvorens we verder reden naar het Laguna Verde.

Doordat we hier dankzij de kou (en de wind) niet al te lang konden blijven, reden we weer terug naar de Aguas Termales om van onze lunch te genieten. Hoewel het hier inmiddels een stuk drukker was dan de eerste keer, konden we binnen rustig lunchen. Na een heerlijke zelfgemaakte lunch bezochten we, behalve de geisers, ook het Laguna Colorada. Ofschoon het vanuit hier nog twee uur rijden was naar ons hostel in Villa Mar, vormden de flamingo’s in het meer een prachtig beeld en was het de rit dubbel en dwars waard.




De derde dag
Omdat de oorspronkelijke route op de derde dag door het weer moeilijk begaanbaar was, namen we een alternatieve route. Deze voert, naast het Laguna Negra, langs verschillende rotsformaties die lang geleden door aardverschuivingen zijn ontstaan. Hoewel El Camello, Valle de Rocas en Cañon Anaconda niet verkeerd waren, was Italia Perdida onze favoriet. Het feit dat we de rotsen, die een prachtig uitzicht over het park boden, vrij mochten beklimmen was een enorm pluspunt.

Na drie lange dagen besloten we het Cementerio de Momias over te slaan en in plaats daarvan direct naar het hostel in Villa Candalaria te rijden. Hier genoten we niet alleen opnieuw van de thee met koekjes terwijl er gekookt werd en het heerlijke avondeten dat daarop volgde, maar ook van de tweepersoonskamer en warme douche voordat we gingen slapen.



De vierde dag
Wie de zonsopgang vanuit het rotseiland Isla del Pescado wil bekijken, dient al vroeg in de ochtend (rond half zes) te vertrekken. Na een uur rijden bereikten we onze bestemming, betaalden 30 bolivanos (€3,75) entree en beklommen het eiland. Na de zonsopgang wachtte ons beneden een heerlijk ontbijt.

Toen iedereen zijn buik vol gegeten had, vertrokken we naar het midden van de zoutvlaktes om foto’s te maken. Onze gids Santos, die inmiddels zeer bedreven was in het maken van originele plaatjes, verraste ons met het ene na het andere idee. Toen iedereen uitgefotografeerd was, werd het tijd om richting Uyuni te rijden. Omdat we geen van allen het (zout)museum wilden bekijken of wilden gaan winkelen, bracht Santos ons na de lunch naar het Cementeri de Trenes dat drie kilometer buiten de stad ligt.

Hoewel we ook hier ruim voor het eindtijdstip van de tour (van twee uur ’s middags) klaar waren, namen we afscheid van onze gids Santos, kokkin Cecelia en onze reisgenoten. Dankzij de prachtige landschappen, het prettige reisgezelschap en de organisatie en het eten van Turistur Los Salares was het een fanastische trip geweest. Een absolute aanrader!



Uyuni

Op grote hoogte, nabij de stad Uyuni, liggen de op één na grootste zoutvlaktes ter wereld. Wie echter gedurende het winterseizoen gaat, kan rekenen op regen. Vervelend? Ja, maar dat zorgt wel voor het beroemde spiegelende effect. Heb je niet veel tijd? Een bezoek aan de Salar de Uyuni varieert van een aantal uur tot een aantal dagen. Idealerwijs kies je voor het laatste en combineer je je reis naar de zoutvlaktes met een tour door het Eduardo Avaroa Nationaal Park.

Algemeen

Reis je vanuit Argentinië naar Bolivia en beland je na een bezoek aan de zoutvlaktes vanuit Tupiza in Uyuni? Ideaal! Wij zouden een paar dagen later echter opnieuw via Tupiza naar Villazón reizen. Hoewel wij na onze tour direct met onze gids en kokkin terug hadden kunnen reizen, besloten wij nog twee dagen in Uyuni door te brengen. Voor 50 bolivianos (€6,25) boekten we daarom een tweepersoonskamer (met stapelbed) en gedeelde badkamer in het Residencial la Cabaña.

Wat is er te doen?

Omdat er, naast het bezoeken van de zoutvlaktes, in en rondom de stad niets te doen is, was het beter geweest als wij na de tour direct weer terug naar Tupiza waren gereden. Niet alleen vonden wij deze laatste stad gezelliger – er zijn ook meer mogelijkheden om de omgeving te voet, per fiets of te paard te verkennen.


Reisinformatie

Wat regel je voor vertrek?

Blijf je minder dan negentig dagen in Bolivia? Dan is het niet nodig om van tevoren een visum aan te vragen. Net als in Peru wordt het reizigers aangeraden om zich van tevoren te laten vaccineren tegen Hepatitis A, DTP en gele koorts. Blijf je voor een lange tijd? Dan kan het zijn dat je meer inentingen nodig hebt.

Hoewel je in Bolivia zonder (betaald) visum negentig dagen in het land mag blijven, krijg je in eerste instantie vaak een gratis visum van slechts dertig dagen toegewezen. Blijf je langer? Dan zul je je visum tijdig in een (middel)grote stad moeten verlengen.

Wat kost het?

Een bezoek aan Bolivia kost gemiddeld €20 tot €25 per persoon per dag. Dit is afhankelijk van de hoeveelheid tours die je naast je vaste kosten boekt. Daarbij spendeerden wij €6,50 aan de accommodatie, €7,50 aan het eten en drinken en €2,50 aan het vervoer.

Besluit je, net als wij, een Sud Lipez Salar Tour, te boeken? Dan moet je hiervoor rekenen op ongeveer €45 tot €50 per persoon per dag. (Omdat de prijs afhankelijk is van het aantal deelnemers, zul je hiervoor wel met andere reizigers moeten boeken.) Hoewel je ervoor kunt kiezen deze tour niet te boeken, zou dat zonde zijn. Het is een prachtig gebied dat je, wanneer je dit land bezoekt, niet zou mogen missen!