Ecuador

Ecuador is gelegen in het Noord-Westen van Zuid-Amerika en grenst aan de Stille Oceaan, Columbia en Peru. Het land dankt haar naam aan de evenaar, die het rijk doorkruist. Waar Quito de hoofdstad is, is Guayaquil de grootste stad. Voordat het land definitief onafhankelijk werd in 1830, behoorde het tot de Republiek Groot-Colombia. De Galapagos Eilanden, die duizend kilometer van de kust liggen, behoren staatkundig gezien tot Ecuador.


Route

In totaal brachten wij vijfentwintig dagen in Ecuador door. Daarbij reisden we vanuit Quito (1) naar Nueva Loja en het Cuyabeno Nationaal Park (2), Tena (3), Baños de Agua Santa (4) en Cuenca (5). Omdat de vermoeidheid bij mijn zusje toe begon te slaan, besloten we Chimborazo en Alausí over te slaan.

In totaal legden we ongeveer 1.200 kilometer af. Dit deden we in zijn geheel per bus. Omdat we slechts vijf dagen reisden, komt dat neer op een gemiddelde van 240 kilometer per reisdag.



Vervoer

Hoewel het een optie is om een binnenlandse vlucht te boeken in Ecuador, hebben wij dat, met uitzondering van onze vluchten naar en van de Galapagos Eilanden, niet gedaan. Reizen per bus is namelijk niet alleen goedkoop, het is ook nog eens gemakkelijk en comfortabel.

Per bus

Hoewel er in Ecuador verschillende maatschappijen zijn waaruit je kunt kiezen, zijn ze ons in principe allemaal goed bevallen. Wie een ticket wil kopen doet dit van tevoren op het busstation of in de bus zelf. In het eerste geval dien je echter wel je paspoort (of een kopie daarvan) te tonen.

Ben je niet erg punctueel? Dan heb je een probleem. Want de bussen in Ecuador zijn dat wel. Vaak staan ze al een half uur voor vertrek klaar op het busstation. Hoewel er onderweg gemiddeld elke drie uur gestopt wordt, zodat iedereen gebruik kan maken van het toilet, worden er geen lange (lunch)pauzes ingelast. Wil je iets eten en drinken? Neem het dan zelf van tevoren mee.

Beste reistijd

De beste tijd om naar Ecuador te reizen is afhankelijk van waar je precies naartoe gaat en wat je het liefst wil zien en doen. Ga je het liefst naar de kust, reis je liever door het binnenland of kom je specifiek voor een bezoek aan de Amazone?

Waar in het binnenland buiten het droge (zomer-) seizoen doorgaans weinig regen valt, kennen de kustplaatsen wel een duidelijk nat en droog seizoen. Wie het hete, natte weer hier wil vermijden, kan het land beter niet in januari, februari of maart bezoeken.

Ga je het regenwoud in? En doe je dat het liefst per boot over het water? Dan zijn de maanden april, mei en juni ideaal. Is er een nadeel? Jazeker. Door het hoge water is het lastiger om de verschillende diersoorten te spotten. Besluit je daarom in het droge seizoen te gaan? Dan zit je in december, januari en februari of juli, augustus en september goed. Doordat het water dan lager staat, kun je veel van het regenwoud te voet ontdekken. Kun je echter niet goed tegen de hitte? Dan kun je ook deze laatste drie maanden, ondanks dat dit het broedseizoen is, het beste vermijden.


Onze reis

Quito

Hoewel Quito de hoofdstad van het land is, is het niet de grootste stad. Deze eer gaat naar Guayaquil. De stad, die gelegen is op een gemiddelde hoogte van 2.850 meter boven zeeniveau, ligt tussen de bergen van het Cordillera Occidental. Buiten het middelpunt van de aarde, dat net buiten de stad ligt, bezoeken veel toeristen ook het historisch stadscentrum van de hoofdstad.

Algemeen

Voordat we vanuit Nieuw-Zeeland naar de Galapagos Eilanden doorvlogen, verbleven we in Tababela. Omdat we zo dicht mogelijk bij het vliegveld wilden verblijven, boekten we een kamer in het Las Mercedes Airport-Quito Hotel. Hiervoor betaalden we $20 (€16) per persoon per nacht. Hoewel er hier een beperkt aantal restaurants zijn waar je ’s avonds kunt eten, zit je bij Chester’s Pizza altijd goed.

Na twee weken in de Galapagos Eilanden te hebben doorgebracht, besloten we dat het tijd was om de hoofdstad zelf te verkennen. Vanuit het vliegveld namen we voor $25 (€20) een taxi naar het Nü House Boutique Hotel in de wijk Marascal. Omdat onze moeder deze dagen met ons in Quito door zou brengen, kozen we voor een luxe hotel met ontbijt. Voor een kamer met drie eenpersoonsbedden en airconditioning betaalden we hier $30 (€25) per persoon per nacht.

Bezoek je Quito op een backpackersbudget? Dan is het geen enkel probleem om een goedkopere accommodatie te vinden. Daarbij is een verblijf in de wijk Marascal overigens wel een aanrader. Er zijn hier genoeg leuke plekken om te eten, drinken en uit te gaan.

Wat is er te doen?

Vanuit Marascal kun je de rest van de hoofdstad gemakkelijk verkennen. Zowel te voet, voor wie niet bang is om een stuk te lopen, als met het openbaar vervoer. Daarbij besloten wij de ene dag het historisch stadscentrum en de Panecillo te bezoeken, en de andere dag naar het middelpunt van de aarde te reizen.

El Panecillo
De Panecillo is een tweehonderd meter hoge berg, waarop de Maagd van Quito prijkt. Dit standbeeld, dat eenenveertig meter hoog is, is niet alleen het hoogste beeld van Ecuador, maar ook nog eens hoger dan het beroemde Christus de Verlosser beeld in Rio de Janeiro.

Heb je de hele dag de tijd en houd je wel van een lange wandeling? Dan loop je er vanuit Mariscal, via het oude stadscentrum, gemakkelijk naartoe. Hoewel de klim vanwege de hoogte vermoeiend kan zijn, kun je boven rustig van het uitzicht genieten. Wie meer wil zien, betaalt $1 om toegang te krijgen tot het beeld zelf. Heb je vervolgens nog energie (en plek in je rugzak) over? Dan loop je via Parque El Ejido weer terug naar je hotel. De kans dat je met een souvenir thuis komt, is groot.

Het middelpunt van de aarde
Op ongeveer dertig kilometer ten noorden van Quito ligt het Mitad del Mundo monument. Met de bus reis je er, via busstation Ofelia, al voor $0,40 per persoon (enkele reis) naartoe. Na een rit van anderhalf uur, betaal je vervolgens $5 voor een bezoek aan het gedenkteken. Of niet?

Wij lieten de toeristische trekpleister voor wat het was, en bezochten de Catequilla. Deze plek, die tweeduizend jaar geleden door de Inca’s werd ontdekt, is volgens hen het echte middelpunt van de aarde. Omdat deze zes kilometer verder op een heuvel ligt, besloten wij er een taxi naartoe te nemen. De taxichauffeur, die zelf nog nooit van de plek gehoord had, bracht ons heen en terug voor $20 (€16) in totaal. Een uitstekende beslissing. Want op twee motorrijders na, waren wij er helemaal alleen.



Nueva Loja

Wie het Cuyabeno Nationaal Park wil bezoeken, dient eerst naar Nueva Loja af te reizen. Heb je van tevoren al een verblijf in het park geboekt? Dan zul je er, afhankelijk van de bus die je er naartoe neemt, maximaal een nacht moeten verblijven.

Algemeen

Vanuit Quito namen wij de taxi naar het zuidelijke busstation Terrestre Quitumbe. Omdat deze rit, door het drukke verkeer een uur kan duren, is het verstandig om op tijd te vertrekken. Omdat wij, vanwege de reputatie van de stad, liever niet in het donker arriveerden, namen wij de bus om negen uur ’s ochtends. Baños zette ons dan ook, keurig op tijd, acht uur later op onze bestemming af.

In Nueva Loja verbleven we voor $16,50 (€13,50) per persoon per nacht in een tweepersoonskamer met eigen badkamer in Hotel Las Acacias. We kozen voor deze accommodatie vanwege de nabijheid van het busstation en de relatief goedkope prijs. Hoewel de eigenaren alleen Spaans spraken, hebben we hier een uitstekend verblijf gehad. Na ons bezoek aan het Cuyabeno Nationaal Park, besloten we hier daarom nog een nacht te verblijven voordat we weer verder reisden. Besluit je dit ook te doen? Wanneer je direct bij de eigenaar boekt, betaal je slechts $12,50 per persoon per nacht.

Wat is er te doen?

Vanwege de nabijheid van de Colombiaanse grens, heeft de stad in de loop der jaren een slechte reputatie opgebouwd. Hoewel wij ons er niet onveilig hebben gevoeld, is het uiteraard wel belangrijk om te allen tijde waakzaam te blijven. Daarbij is het niet verstandig om in het donker alleen over straat te lopen.

Omdat wij in de veronderstelling verkeerden dat wij ons bezoek aan het Cuyabeno Nationaal Park hier konden regelen, verbleven wij er een aantal dagen. Omdat dit helemaal niet waar bleek te zijn en je je verblijf het beste online kunt boeken, besloten wij direct bij een drietal lodges te informeren. Omdat zij stuk voor stuk direct reageerden, konden we ons verblijf op zeer korte termijn alsnog boeken.

Cuyabeno Nationaal Park

Het Cuyabeno Nationaal Park is het op één na grootste natuurreservaat in Ecuador en is gelegen in twee van Ecuadors provincies: Sucumbios (dat aan Colombia grenst) en Orellana (wiens hoofdstad Puerto Francisco de Orellana de toegangspoort tot het Yasuni Nationaal Park vormt). Omdat het de goedkoopste manier is om in Ecuador de Amazone te bezoeken, besluiten veel backpackers er naartoe te reizen.

Algemeen

Hoewel elke lodge een vast verzamelpunt in Nueva Loja heeft, bood onze lodge aan om ons vanuit het hotel naar deze plek te brengen. Samen met de gasten van de Cayman Lodge namen we vervolgens vanuit Hotel D’Mario de bus naar de ingang van het park. Na een rit van twee uur, werden alle gasten per boot naar hun lodge gebracht. In ons geval waren dat, naast ons, nog twee andere gasten en een gids. Omdat de gids de tijd nam om ons ondertussen ook het park en de dieren te laten zien, duurde het nog twee uur voordat we uiteindelijk bij de lodge arriveerden.

Voor welke lodge kies je?

Omdat alle lodges ongeveer hetzelfde programma aanbieden, is het lastig om een keuze te maken. Het is daarom belangrijk om van tevoren te bepalen wat jij precies belangrijk vind. Op basis van ons belangrijkste criterium, de kleinschaligheid van de lodge, selecteerden wij een drietal lodges met wie wij contact opnamen.

Onze favoriet, Aguas Negras Lodge, lag niet alleen ver van de andere lodges verwijderd, maar bood, in tegenstelling tot alle andere, ook een programma waarbij men buiten de lodge zou gaan kamperen. Omdat het daardoor niet mogelijk was om hier minder dan zeven dagen te verblijven en de prijs $840 was, besloten wij deze lodge uiteindelijk niet te boeken. Omdat Fabian, de eigenaar, dat volledig begreep, adviseerde hij ons de Bamboo Lodge te boeken.

Toevallig! Want, net als de Nicly Lodge, die vrij geïsoleerd lag, hadden wij deze lodge al aangeschreven. Vanwege haar kleinschaligheid (er was slechts plek voor twintig personen) besloten we deze uiteindelijk ook te boeken.

Bamboo Lodge
Voor een verblijf van vijf dagen en vier nachten, betaalden we, inclusief fooi, $360 (€290) per persoon. De lodge, die naast de Cayman Lodge en vlakbij de Laguna Grande ligt, heeft acht kamers die plaats bieden aan twee tot drie personen. Het dagprogramma bestaat uit een ochtendprogramma, dat zowel voor als na het ontbijt plaats kan vinden, lunch, een siësta, een middagprogramma, diner en (af en toe) een avondprogramma.

Hoewel de accommodatie eenvoudiger is dan de meeste andere accommodaties, vonden wij het verblijf er enorm prettig. Vind je de kamers te gehorig? Dan kun je gemakkelijk uitwijken naar de eetzaal, waar gratis koffie, thee en water beschikbaar wordt gesteld, of het plateau aan het water.

Wat neem je mee?

De hoge luchtvochtigheid en flinke regenbuien gedurende het regenseizoen zorgen ervoor dat je kleding (bijna) niet droogt. Neem daarom voldoende kleding en, wellicht, extra zwemkleding mee. Hoewel regenlaarzen en poncho’s door de lodge zelf worden verstrekt, is het raadzaam om daarnaast zelf een drybag en onderwatercamera mee te nemen. Op die manier ben je er zeker van dat je waardevolle spullen niet nat worden.

Naast een vaccinatie tegen gele koorts, die je voor vertrek in Nederland al moet hebben gehad, is het belangrijk dat je zonnebrandcrème met een hoge factor (50-100) en insectenspray met minimaal 50% DEET meeneemt. Heb je dit niet bij je? In Nueva Loja kun je dit aanschaffen.

Wat is er te doen?

Omdat het mogelijk is om alle dagen te starten met een drie-, vier- of vijfdaags programma, kan de samenstelling van de groep van dag tot dag verschillen. Afhankelijk van deze samenstelling, het weer en eventuele wensen vanuit de groep zelf, kan het programma worden aangepast.

De eerste dag
Na de lunch en een siësta, stapten gids Elvis en mijn zusje in de ene kano en één van de andere gasten en ik in de andere. Omdat de dochter van mijn kanogenoot ziek achter bleef, waren we slechts met zijn vieren. Tot zonsondergang, die we iedere avond vanuit de Laguna Grande mochten bewonderen, verkenden we in alle rust de omgeving. Na een duik in het midden van het meer, keerden we terug naar de lodge voor het diner.

Ondanks de lange dag, stapten we na afloop van het diner opnieuw in de (motor)boot. Hoewel we in het donker geen wildlife zagen, konden we wel genieten van de prachtige sterrenhemel.

De tweede dag
Na het ontbijt stond er een wandeling voor ons op het programma. In een nog vochtige bikini en een set regenlaarzen, wandelden we bijna drie uur lang door de jungle. Daarbij spotten we niet alleen een enorme vogelspin, maar leerden we ook hoe men in het woud zou kunnen overleven. Dat de laarzen geen overbodige luxe waren, bleek al vroeg in de wandeling toen ik in de modder vast kwam te zitten, voorover viel en mijn telefoon ten koste van mijn gezicht van mijn val wist te redden.

Omdat we na afloop plakkerig, modderig (ik) en bezweet waren, peddelden we naar het midden van het meer om opnieuw een frisse duik te nemen. Vanwege de diepte van het water, kun je hier zonder problemen zwemmen. Ga je naar de rand van het meer, waar het water een stuk minder diep is, dan loop je het risico dat zich hier allerlei dieren, waaronder anaconda’s, in het water schuil houden.

Omdat we na de lunch overvallen werden door een paar flinke regenbuien, waren we gedwongen het programma aan te passen. In plaats van een nachtwandeling, na het diner, trokken we er voor het eten op uit in de motorboot. Ons geduld werd uiteindelijk beloond. Hier en daar schoten verschillende zoetwaterdolfijnen uit het water. Helaas te snel om er een mooie foto van te kunnen maken.



De derde dag
Bij de Siona bevolking, die op een uur varen wonen, maakten we het traditionele yuccabrood met Virginia, wandelden we door het park waarbij we verschillende mooie dieren, planten en bomen zagen en bezochten we een sjamaan die enkele ceremoniële genezingen bij ons verrichtte. Was het toeristisch? Ja, maar een stuk minder dan we van tevoren hadden verwacht.

Toen we na de lunch opnieuw in de lodge arriveerden, zagen we dat er twee nieuwe gasten waren gearriveerd. Samen met hen namen we de motorboot om de omgeving te verkennen. Net als de dag ervoor, werden we ook nu weer getrakteerd op de zoetwaterdolfijnen. Ondanks de gretigheid waarmee wij tijdens de zonsondergang in het meer doken, besloten de beide nieuwelingen in de boot te blijven.

Na het diner besloot gids Elvis om de wandeling, die de dag ervoor door de regen niet door was gegaan, alsnog te maken. Met zijn vijven verdrongen we ons enthousiast om hem heen.



De vierde dag
Wie het geen probleem vond om vroeg op te staan, mocht al voor het ontbijt aansluiten voor een rit met de motorboot. Het doel? Het spotten van vogels. Helaas slaagden we hier niet in en hadden de uitslapers niets gemist. Omdat de twee gasten die we op onze eerste dag ontmoet hadden na het ontbijt vertrokken, stapten alleen wij, de twee nieuwelingen en de gids op de motorboot. Omdat we een nieuw deel van het park wilden ontdekken, namen we een grote kano met ons mee. Hoewel dat idee leuk was, bleek dat in de praktijk flink tegen te vallen.

Zowel de Indiër als de Canadees voelde zich niet geroepen om te peddelen, waardoor het zware werk op de schouders van mijn zusje en mij viel. Na afloop schrokten we de lunch dan ook dankbaar naar binnen en beloofden elkaar plechtig nooit meer met deze twee mannen in één kano te stappen. Na een welverdiende siësta, maakten we een laatste wandeling en zwommen we voor het laatst tijdens zonsondergang in het meer.



De vijfde dag
Hoewel Elvis ons van harte uitnodigde om voor het ontbijt nog een tocht in de kano te maken, bedankten we hem (met de gedachte aan de dag ervoor) hiervoor vriendelijk en schoven we om acht uur alleen aan voor het ontbijt. Terwijl Elvis er samen met de twee andere mannen weer op uit trok, namen wij met de gids en gasten van de nabijgelegen Cayman Lodge de motorboot weer terug naar de parkingang. Vlak voordat we daar arriveerden, maakten we een sprongetje van geluk. Een anaconda! Op de valreep hadden wij er een gespot.

Tena

Tena is de hoofdstad van de provincie Napo. Wanneer je vanuit Nueva Loja naar Baños de Agua Santa reist, kan dat per bus via Tena of Puyo. Als je tijd hebt, kun je onderweg de San Rafael watervallen bezoeken. Deze liggen op ongeveer twee uur rijden met de bus vanuit Nueva Loja.

Algemeen

Hoewel we in eerste instantie van plan waren om vanuit Nueva Loja direct naar Baños de Agua Santa door te reizen, bleek dat niet mogelijk. Tena werd onverwacht aan ons reisplan toegevoegd. Godzijdank. Want het was een van de leukste bestemmingen in Ecuador (en wellicht de gehele wereldreis).

Vanuit Nueva Loja namen we de bus van kwart over tien ’s ochtends. Omdat de chauffeur van Jumandy stevig op het gaspedaal trapte en slechts een keer stopte voor een toiletpauze, bereikten we onze bestemming vijf uur later al.

Voor $8,75 (€7) per persoon per nacht boekten we een tweepersoonskamer in Hostal Tena nabij het busstation. Hoewel de kamer niet bijzonder schoon was, het water koud, de ventilator kapot en de wifi ongekend langzaam, maakte de vriendelijkheid van de eigenaar veel goed. Voor wie niet van plan is veel tijd in de kamer door te brengen, een prima optie vanwege de locatie op loopafstand van het stadscentrum. Ben je op zoek naar meer sfeer? Dan kun je beter een kamer in Hostal Tena Ñaui boeken.

Wat is er te doen?

Wie in Ecuador besluit te gaan raften, zit in Tena absoluut op zijn plek. Vanwege haar ligging, aan het begin van de rivier, is het water hier een stuk schoner dan in, bijvoorbeeld, Baños. Omdat wij er slechts één volle dag doorbrachten en onze kans in Nieuw-Zeeland gemist hadden, besloten we de trip hier absoluut te boeken.

Raften
Voor $75 (€60) per persoon boekten we bij AquaXtreme een volledige dag met lunch. Voor dat bedrag werden we om negen uur ’s ochtends bij ons hostel opgehaald en om vier uur ’s middags daar weer afgezet. Omdat we slechts met zijn tweeën, een Duitse vrijwilligster en twee gidsen waren, kozen we ervoor om op een wilder punt van de Jatunyacu rivier te starten dan gebruikelijk. Op die manier werden we, na de uitgebreide veiligheidsinstructies, letterlijk direct in het diepe gegooid.

Hoewel de boot één keer omsloeg, beleefden we de perfecte dag. Van het raften zelf tot de lunch en het diner bij restaurant El Vagabundo in Tena waar we de dag met vrijwilligster Theresa en gids Toby afsloten. Een aanrader!



Baños de Agua Santa

Baños de Agua Santa, wiens naam verwijst naar de vulkanische warmwaterbronnen die rondom de stad ontspringen, wordt ook wel Baños genoemd. De stad ligt in een dal, op een hoogte van 1.830 meter, aan de voet van de actieve Tongurahua vulkaan. De plaats is een enorme trekpleister voor toeristen, die er komen raften, ziplinen, fietsen en schommelen.

Algemeen

Omdat er vanuit Tena doorlopend bussen naar Baños vertrekken, is het niet nodig om van tevoren een buskaartje te kopen. Na het ontbijt werden wij daarom door onze hosteleigenaar op het busstation afgezet. Een toeriste, die besloten had toch niet te vertrekken, verkocht ons last-minute haar kaartje. Terwijl onze rugzakken op het nippertje in de bus werden geladen, drukte mijn zusje haar het geld in de hand. Drie uur later arriveerden we in de stad.

Omdat onze geboekte accommodatie vanwege een foute prijsweergave last-minute werd geannuleerd, boekten we op het nippertje een tweepersoonskamer met gedeelde badkamer in Hostal Cañalimeña. Hoewel we voor $7 (€5,75) per persoon per nacht geen gebruik wilden maken van de kleine, rommelige keuken, beviel de rest van de accommodatie prima.

Wat is er te doen?

Raften, bungeejumpen, de perfecte foto voor Instagram schieten op de schommel bij ‘La Casa del Arbol’ of toch een bezoek brengen aan een van de thermische baden? In Baños kan het allemaal. Wij besloten echter niets van dit alles te doen. In plaats daarvan huurden we een fiets om de verschillende watervallen in de omgeving te bezoeken.

Ruta de las Cascadas
Voor $5 (€4) per dag huur je, op vertoon van je paspoort, in Baños een fiets, helm en slot. Met behulp van de gratis plattegrond volg je vervolgens de zestig kilometer lange route die, langs verschillende watervallen, naar Puyo voert. Omdat deze voornamelijk bergafwaarts gaat, is dit voor iedereen goed te doen. Wie het fietsen langs, soms drukke wegen, toch niet zo ziet zitten, kan bij Pailon del Diablo de bus alweer terug nemen.

Na een bezoek aan deze waterval, die voor $2 vanuit twee kanten te bekijken is, besloten ook wij niet verder te rijden. Samen met een Duits koppel, dat het na een rit van zestien kilometer ook voor gezien wilde houden, keerden we terug naa de stad. Afhankelijk van het aantal personen in de (fiets)bus, betaal je hier $2 tot $12 per persoon voor. De chauffeur vertrekt niet op een vast tijdstip, maar wanneer het volledige bedrag van $12 is voldaan.



Waren de watervallen mooi om te zien? Ja. Is het een bezoek aan Baños waard? Nee. Tenzij, je je hoofd wilt breken over hoe een stad in zo’n mooie omgeving zo verpest heeft kunnen worden. Wat kun je dan het best doen wanneer je in Baños bent? Simpel. Blijven zitten als de bus er stopt.

Chimborazo

Vanaf de zeespiegel gemeten is de vulkaan Chimborazo 6.310 meter hoog en daarmee niet de hoogste berg ter wereld. Wanneer de top van de Chimborazo echter gemeten wordt vanaf het middelpunt van de aarde is hij 6.384 meter hoog en daarmee zo’n tweeduizend meter hoger dan de Mount Everest. Om deze berg te beklimmen zul je dan ook getraind moeten zijn. Het is namelijk geen makkelijke klim. Hoewel de klim al start op een hoogte van 4.800 meter, klimmen de meeste bezoekers niet verder dan de eerste rustplaats tweehonderd meter hoger.

Omdat we al behoorlijk wat tijd door hadden gebracht in Ecuador en vooral Noëlle vol ongeduld uitkeek naar Cuenca (waar we Spaanse lessen zouden gaan volgen) en Peru, besloten we niet in Chimborazo te verblijven. Nadat we de prijzen voor de accommodaties op Booking.com hadden bekeken, was dat maar beter ook. Er lag slechts één accommodatie aan de voet van de Chimborazo, en een stuk of twee accommodaties een paar kilometer verderop. Wellicht een aanrader voor reizigers met een groter budget, maar niet voor ons.

Alausí

La Nariz del Diablo (oftewel Devil’s Nose) is één van de moeilijkste en gevaarlijkste treintracks ter wereld, omdat deze berg niet alleen een enorme uitdaging vormde tijdens de aanleg van de rails, maar ook nog daarna. Terwijl het voorheen toegestaan was om op het dak van de trein te rijden, is dat tegenwoordig (door een serie ongelukken die plaatsvonden) niet meer toegestaan. Wel kun je tijdens de klim en de afdaling genieten van prachtige uitzichten. Voor $33 (€26,75) per persoon reis je vanuit Alausí naar Sibambe en terug. De rit duurt twee en een half uur en vertrekt drie keer per dag op alle dagen, met uitzondering van de maandag.

Ook deze treinrit moest het afleggen tegen Noëlle’s ongeduld. Door deze rit over te slaan, konden we echter wel op maandag (en niet midden in de week) met onze Spaans lessen in Cuenca beginnen.

Cuenca

Waar Cuenca nu ligt, lag vroeger een oude Inca stad. Tegenwoordig staat de stad echter bekend om zijn panamahoeden- en keramiekindustrie. Wil je, net als wij, graag Spaans leren? Er zijn verschillende scholen die individuele-, groeps- en cultuurlessen bieden. Daarnaast is er ook een mogelijkheid om bij een gastgezin in te wonen, zodat je de lessen direct in de praktijk kunt brengen.

Algemeen

Vanuit Baños namen we de directe bus van Amazonas naar Cuenca. Gedurende de rit, die zeven en een half uur duurde, passeerden we onder andere Riobamba en Alausí. Wil je vanuit het busstation snel naar je hostel reizen? Voor $2 in totaal werden wij er al per taxi afgezet.

Voor $7 (€5,75) per persoon boekten we een tweepersoonskamer met gedeelde badkamer in Casa Rumi. Hoewel eigenaar Gary in eerste instantie uiterst vriendelijk leek, bleek niets minder waar. Waar hij tegen de meeste anderen uiterst voorkomend was, probeerden wij hem al snel zo veel mogelijk te vermijden. Was het een goedkoop verblijf? Ja. Zouden we er nogmaals boeken? Absoluut niet. Het was, met afstand, de verschrikkelijkste accommodatie van onze hele reis.

Wat is er te doen?

Omdat we graag Spaans wilden leren tijdens onze reis door Zuid-Amerika, boekten we in Cuenca een cursus van twintig lessen (in een week). Omdat er verschillende mogelijkheden zijn, vergeleken we de prijzen van de diverse scholen van tevoren met elkaar.

Yanapuma Foundation and Spanish School
Voor een bedrag van $120 (€95) gingen we vijf dagen lang van negen uur ’s ochtends tot één uur ’s middags naar school. Na school moesten we niet alleen nog boodschappen doen, maar ook lunchen, huiswerk maken en uiteindelijk in de avond opnieuw koken. Een leerzame, maar vermoeiende week.

Waar mijn zusje in de beginnersklas les kreeg met twee anderen, volgde ik samen met een andere leerlinge lessen op B1-niveau. Hoewel de kleinschaligheid van de school prettig was, misten de lessen een strakke structuur. Geen probleem voor een gevorderde leerling, die vooral het spreken wil oefenen, maar niet ideaal voor een beginner. Desondanks hebben we toch een leuke week gehad. Niet alleen geeft het je de mogelijkheid om vanuit het reizen weer even in het ‘normale’ leven te stappen, maar je leert tegelijkertijd ook op een leuke manier ontzettend veel over een land en de cultuur. Een aanrader!


Reisinformatie

Wat regel je voor vertrek?

Blijf je minder dan negentig dagen in Ecuador? Dan hoef je van tevoren geen visum aan te vragen. Op vertoon van een retour- (of doorreis)ticket kun je het land zonder problemen binnen komen. Reis je, net als wij, via de Verenigde Staten naar Ecuador? Dan zul je van tevoren een ESTA moeten regelen.

Laat je je van tevoren vaccineren? Hepatitis A, DTP en gele koorts worden voor het land aanbevolen. Bezoek je daarnaast de Amazone? Zorg dan dat je een hoge factor zonnebrandcrème en muggenspray met een hoog percentage DEET meeneemt. Heb je deze niet bij je? Geen probleem. In de apotheek in Nueva Loja verkochten ze überhaupt geen zonnebrandcrème met een factor lager dan honderd.

Wat kost het?

Wie voor Ecuador een dagbudget van €40 tot €45 per persoon hanteert, zal het land zorgeloos kunnen bereizen. Waar je in Nueva Loja al voor een budget van €20 per dag kunt verblijven, betaal je in het Cuyabeno Nationaal Park minimaal €60 per persoon per dag.

Wij gaven namelijk gemiddeld €7,50 per persoon per dag uit aan onze accommodatie, €7,50 aan het eten en drinken en €2,50 aan het vervoer. Afhankelijk van wat je daarnaast nog wilt ondernemen, ben je goedkoper of duurder uit dan wij waren. Wij besloten niet alleen om het Cuyabeno Nationaal Park vijf dagen te bezoeken, maar ook om in Tena te gaan raften en een week lang Spaanse lessen te volgen in Cuenca.